Vandaag, de zaterdag tussen Goede Vrijdag en Paaszondag wordt ook wel Stille Zaterdag genoemd. Goede Vrijdag is heftig. Jezus doorstaat de gruwelijkste lijdensweg, voor mij. Hij stierf aan het kruis, voor mij. Na het oorverdovend geschreeuw van het volk is het vandaag stil. Terwijl de wereld vol verdriet, ongeloof en misschien ook wel verwachting zwijgt, heeft Jezus zelf nog een andere strijd te voeren.
Afgelopen week werd ik zelf ook weer enorm bepaald bij ‘stil zijn’. Hoewel in stilte zijn tegenwoordig steeds belangrijker en noodzakelijker wordt, roept dit bij mij juist een negatieve associatie op. Als klein meisje heb ik al vroeg geleerd dat het beter is om stilletjes op de achtergrond aanwezig te zijn. Geen aandacht vragen vergroot de kans dat ik geen aandacht kreeg. Geen aandacht krijgen was ook gegarandeerd geen negatieve aandacht. En die garantie was altijd beter dan eventueel positieve aandacht.
Ook groeide ik op met het idee dat vrouwen zich beter stil konden houden. ‘Wij’ hadden geen recht van spreken. Dat stond zo in de bijbel, dus was het zo. Doorstuderen was niet echt nodig, hoe intelligent ik ook was. Mijn toekomst lag toch al zo goed als vast. Trouwen, kinderen en bij hen thuisblijven, zo hoorde dat. Het enige waar ik recht op kreeg was mijn toekomstige aanrecht.
Inmiddels denk ik hier behoorlijk anders over. God heeft dit totaal omgedraaid en mij het verlangen gegeven om juist vrouwen te helpen in hun kracht te zetten. Ik geloof dat ook wij vrouwen, zoveel meer rechten hebben gekregen. Ook wij kunnen én mogen tot zegen zijn voor Gods koninkrijk en Zijn gemeente. Ook wij mogen spreken en gehoord worden. God heeft mij dit op zoveel manieren bevestigd, deuren geopend en me mogelijkheden gegeven. Hij bleef me maar duwtjes in de rug geven om me hier mee bezig te houden. Hij zette me op de voorgrond en haalde me uit mijn comfortzone, ook als ik daar eigenlijk niet zoveel zin in had. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat ook ik Gods waarheid mag uitspreken. Sterker nog, dat Hij mij wil en zal gebruiken om Zijn woord te delen.
Ondanks die overtuiging komt af en toe deze oude leugen van ‘als vrouw heb je geen recht van spreken’ weer om de hoek kijken. Zo ook afgelopen week.
Terwijl ik in een gezelschap aan het woord was, werd mij de mond gesnoerd. Ik werd voor mijn gevoel vrij abrupt afgekapt, al was dat in die situatie terecht en op dat moment beter. Voor mij persoonlijk had het grote gevolgen. Ik klapte helemaal dicht en zat direct weer in het oude patroon van ‘beter niks zeggen’ vast. Die dagen daarna was ik weer stiller dan anders. Ik durfde mijn mening niet meer te uiten, ik dacht echt letterlijk dat het beter was voor iedereen dat ik maar weer zou zwijgen. Ik hield me stil. ik twijfelde aan wat ik dacht en durfde in gezelschappen niets meer te zeggen. Ik wilde wel, maar dacht ergens weer dat het niet mocht. ‘Wie ben ík eigenlijk’ vroeg ik me regelmatig af. In gedachten had ik besloten om voorlopig even te stoppen met schrijven. Was mijn schrijven wel zinvol, en nog belangrijker, heb ik wel waarheid geschreven? Mag ik dit wel doen?
Gisteren was het Goede Vrijdag. De hele week stond ik al wat stil bij het lijden van mijn Jezus, waarbij ook Zijn zwijgen mij opviel. Jezus koos ervoor om gedurende Zijn verhoren te blijven zwijgen. Net zoals ik ervoor koos om afgelopen dagen stil te zijn. Net als mijn Jezus zei ik het minimale.
Toch is er een groot verschil tussen ons zwijgen. Jezus deed wat Hij moest doen, Hij had hier zelf de controle over. Ik niet, ik liet mij leiden door angst. Ik hield me stil omdat ik dacht dat mijn mening niet belangrijk genoeg was. Ik was bang om onwaarheden te spreken en hierop afgestraft te worden. Bij mij was het oud zeer dat weer naar boven kwam. Het zwijgen opgelegd worden door een man zorgde er bij mij voor dat ik in een soort freeze modus terecht kwam. Ik bevroor en durfde mijn mening niet meer hardop te uiten.
Ik realiseer me dat dit niemands fout is. Niet mijn adoptie ouders die me met deze gedachte hebben grootgebracht. Niet de persoon die me eerder deze week afkapte. Ook niet ikzelf, omdat ik toegaf aan deze oude gedachte. Maar er is een vijand die me graag stil houdt. Hij heeft er belang bij wanneer ik niet meer schrijf over Gods waarheden. Hij heeft liever dat ik mijn door God ingegeven wijsheden niet deel. Hij is degene die me deze leugens influistert en ze als waarheid laat klinken in mijn hoofd.
Deze vijand, de duivel, had ook veel liever gehad dat Jezus op stille zaterdag voor altijd in het graf was gebleven. Hij probeert op allerlei manieren om voor stilte te zorgen rondom Jezus. De duivel wil geen aandacht voor Jezus. Hij wil dat we zwijgen en in stilte volharden wanneer het gaat om Wie Jezus is.
Om hierover te schrijven, daar heb ik over getwijfeld. Het is makkelijker om me hierover stil te houden. Het is nogal een onderwerp wat ik aanstip. Maar wanneer ik hierover zou zwijgen, lijkt het alsof ik het hier mee eens ben. Alsof ik inderdaad vind dat vrouwen geen recht hebben van spreken. Alsof ik vind dat mijn Jezus beter in het graf had kunnen blijven. Alsof ik niet hoef te delen over mijn leugens, mijn strijd en mijn zoeken naar de waarheid. Ik heb besloten hier niet langer aan toe te geven. Ik laat mij niet meer het zwijgen opleggen. Ik zal spreken wanneer ik denk dat God mij daartoe aanmoedigt. Ik zal Zijn waarheid spreken wanneer Hij dat van mij vraagt. Ook als dat me wat gaat kosten.
Ik hou mij vast aan de gedachte dat ik, net als elke man én andere vrouw, Gods geliefde kind en erfgename ben. En ik weet dat ik in mijn recht sta omdat ik die waarheid lees in Gods woord.
Twee dagen stilte is alles wat de vijand van mij mocht hebben!