Een tijdje geleden nodigde God me uit om tijd met Hem door te brengen. Simpel even stil zitten, mijn ogen sluiten en me richten op Hem. Ik zeg nu wel simpel, maar ik weet uit ervaring dat dit niet per se simpel is. Ik moet er zelf ook echt even voor gaan zitten en het bewust doen. Maar na een paar drukke weken voelde ik ook dat dit nodig was. Gister ervoer ik Gods oproep om mijn tijd met Hem hier in een blog te delen. Eerlijk gezegd had ik dit stukje van mijn relatie met God liever tussen God en mij gehouden. Maar blijkbaar wil God er iets mee doen. Dus ik geef het over en geef gehoor aan Zijn oproep. Het is mijn gebed dat het tot zegen voor je zal zijn.
Terwijl ik die middag in de tuin zat en mijn ogen sloot, ervoer ik dat God me meenam naar Zijn tuin. Naar de tuin van Eden.
Terwijl ik de tuin in liep werd ik al direct overvallen door de stilte en rust, ik ervoer de vrede door mijn hele lijf. Het is er zo mooi, een heerlijk aangename temperatuur met een zacht briesje. Een veelheid aan groen om me heen, zonder dat het overweldigend was. God kwam naast me lopen en ik begon met Hem te praten. Ik zei:
Zo fijn Heer, dat ik hier mag zijn, dat we samen zijn. Het spijt me dat ik toch weer opgehouden werd en nog zo lang op me liet wachten. Dank U voor het wachten.
We liepen langzaam verder. Terwijl we liepen ontdekte ik dat mijn kleren langzaam veranderden, mijn tred trouwens ook. In plaats van mijn wat sjofele kleding (oud kort broekje en hemdje) wandelde ik even later in een prachtige jurk en God Zelf deed mij een prachtige hemelsblauwe mantel om. Door elk kledingstuk dat ik nu droeg was een gouden draad geweven. Die zag ik overal terugkomen. De kleren zaten heerlijk comfortabel, lekker soepel vallend en door het zachte briesje hoorde ik mijn kleren ruisen. Het voelde bijna alsof ik over de paden zweefde.
Ik vertelde de Heer hoe ik me voelde: Heer, ik voel me zo moe. Terwijl ik juist afgelopen nachten zo goed geslapen heb. Mijn hoofd voelt zwaar en doet zeer, hoe komt dat toch?
Met wanhoop en frustratie keek ik Hem aan en Hij keek liefdevol terug en zei: Kom, laten we gewoon samen zijn. Verder lopen en genieten van bij elkaar zijn. Ik ben blij dat je er bent. Ik heb uitgekeken naar je komst. Ik ben bij je en wees jij nu maar gewoon bij Mij.
Hij sloeg Zijn arm om me heen en we liepen samen in vredige stilte verder. Even later begon ik Hem van alles te vertellen en te vragen over verschillende situaties waar ik mee worstel: Heer, hoe mag ik omgaan met Marjanne? Wat mag ik voor haar betekenen? En ik vroeg me af of ik Eliza verder moet pushen? Hun situaties lijken best op elkaar. Maar ik weet eigenlijk niet goed hoe ik ermee om moet gaan. Ik…
Liefdevol legde God Zijn hand op mijn arm en zo legde Hij mij het zwijgen op. Ik realiseerde me ineens weer dat Hij alles al wist. Er waren geen woorden nodig. Hij begreep me…
Ondertussen had de HEER een prachtig schatkistje in Zijn handen, Hij wilde mij die geven. Maar ik vond hem eigenlijk veel te mooi voor mij en durfde het niet aan te nemen. Toch bleef God liefdevol aandringen, het was echt voor mij! Uiteindelijk pakte ik het aan. Het schatkistje was prachtig versierd met allemaal sierlijk uitgesneden taferelen aan alle vier de kanten. Er was een boom, een lam, een kroon en een tros druiven. Dat alles met gouden accenten. Het was echt prachtig. Toen ik het vasthield voelde het alsof ik niks in mijn handen had, ik voelde geen gewicht. Toch wist ik dat er een grote schat in zat, echt iets heel moois. Ik koesterde het, het voelde enorm waardevol. Ik hield het stevig vast en drukte het tegen me aan. Zo liepen we samen verder.
Ik wilde God eigenlijk nog veel meer vragen, ik heb zoveel vragen, zoveel dingen die ik niet snap, die ik graag wil weten. Situaties die erom vragen om goed en zuiver mee om te gaan. Maar telkens wanneer ik mijn mond open wilde doen, voelde ik de druk van Gods hand op mijn arm en hoorde ik Zijn stem iets in de trant zeggen van: Heerlijk om zo samen te zijn hè? Ik ben blij dat je er bent.
En dan wees Hij me weer op iets moois en zo wandelden we een tijd samen verder. Ondertussen hield ik het schatkistje stevig vast, ik wilde het niet verliezen en nam me voor om op het juiste moment te kijken wat er in zit. Ik ervoer zo’n diepe innerlijke vrede en rust. Hier wilde ik wel altijd blijven.
Op een gegeven moment werd het wat mistig, er was nevel waardoor ik de dingen niet meer zo helder kon zien als eerst. Ik vroeg God: Heer, wat betekent dit? Hoe is deze nevel ontstaan? Wat is er gebeurd? God antwoordde en zei: Soms raakt je zicht op de dingen vertroebeld. Vaak ontstaat dit omdat je op de verkeerde dingen gericht bent. Je wilt alles begrijpen en zoekt dan de antwoorden op de verkeerde plek, in het natuurlijke. Richt je op Mij, op Mijn woord en ontvang de antwoorden vanuit Mijn Geest. Kijk met Mijn blik naar de situaties en naar de mensen. Je hebt Mijn blik in je, want je hebt Mijn Geest in je. Vertrouw op Mij in jou. Voed je met Mijn woord, Vul je met Mijn woord en vertrouw op Mijn woord. Als je dat doet, dan zal de nevel optrekken en zul je de dingen steeds helderder gaan zien.
Wauw, wat een fijn woord. Ik begreep het volkomen en vroeg me ondertussen af of dit dan een goed moment was om te kijken wat er in het schatkistje zat. Maar nee, ik wachtte nog even, misschien zou er straks een nog beter moment komen.
Terwijl we verder wandelden zagen we een vlinder, ze was prachtig en zat de hele tijd op dezelfde plek. Ze bewoog wel met haar vleugels, maar ze vloog niet weg. We keken er een tijdje naar, toen zei God: Zie je hoe mooi ze is? Ze heeft een lange weg afgelegd om zo mooi te worden. Zie je hoe ze met haar vleugels heen en weer gaat?
Maar Heer, vroeg ik, waarom blijft ze zo lang op dezelfde plek zitten? Ze kan toch vliegen? De Heer antwoordde: Tja, deze vlinder weet niet dat ze kan vliegen. Ze heeft alle processen doorstaan en overleefd. Nu is ze prachtig, maar ze vliegt niet. Hierdoor kan ze niet doen waar ik haar ten diepste voor gemaakt heb; stuifmeel verspreiden. Zo gaat het vaak ook bij mensen. Ze maken allerlei fases door waardoor ze groeien en steeds mooier worden. Maar daarna blijven ze stil op de plek zitten waar ze al zijn. Ze gaan vervolgens niet doen waar ze ten diepste voor zijn bedoeld. Mijn liefde en licht verspreiden. Het is geen onwil, het is onwetendheid. Ik heb mensen nodig die Mij verkondigen. Mensen die Mij laten zien. Mensen die zich bewust zijn van wat ze al in zich hebben. Velen aanvaarden Mij, maar weten nog niet wat dit ten diepste betekent. Waar Ik hen mee zegen. Wat Ik in hen heb gelegd en wat ze dus al in bezit hebben.
Ik begreep wat God zei. En ik werd er wat verdrietig door. Want wat een gemis, hoe zou het zijn wanneer we dit allemaal begrepen!? Hoeveel mooier zou de wereld dan zijn. Ik keek nog eens naar die vlinder, het leek wel alsof het wel wilde vliegen, maar ergens ook niet durfde. En ik zei tegen God: Heer, ik ben toch niet als die vlinder? Ik weet wel dat Uw opstandingskracht in mij is. Ik weet wat ik kan doen, wat ik in mij heb, dat U in mij bent.
God keek me aan en vroeg me naar het schatkistje: Lieve dochter, wat zit er in het schatkistje wat Ik je net gaf? Ik keek Hem aan en moest Hem het antwoord schuldig blijven. Waarom heb je het nog niet geopend? vroeg Hij me liefdevol. En ik antwoordde en zei: Eigenlijk wacht ik op een goed moment, ik weet dat het mooi en belangrijk zal zijn wat er in zit. Ik koester het, omdat ik het van U heb gekregen. Ik wil dat echt op een moment doen dat het het waard is, zodat de inhoud echt tot zijn recht komt.
Lieve dochter, dit is precies wat Ik bedoel. Je weet dat het belangrijk is, je hebt het al in bezit en je weet dat het van jou is. Ik heb het je gegeven, maar omdat je het schatkistje nog niet hebt opengemaakt, weet je nog steeds niet wat het precies is. Je kan er dus nog steeds niks mee doen. Je geniet er al wel een beetje van, maar nog lang niet ten volle zoals Ik het bedoeld heb.
Na deze woorden pakte Hij liefdevol het schatkistje uit mijn handen en hield het voor mij. Hij nodigde mij uit om het te openen.
Open het en zet het vrij. Leef in de ware vrijheid en deel Mijn vrijheid met iedereen die Ik op je pad zet. Leef en geef, deel Mijn zegen, want die is er voor iedereen. Schijn Mijn licht en verspreid Mijn schat. Hou het niet voor jezelf, maar deel ervan uit. Er is voor iedereen meer dan genoeg.
Ondertussen waren we weer bij de uitgang van de tuin gekomen en ik merkte dat het goed was om weer weg te gaan. Terwijl we afscheid namen liep ik met het geopende schatkistje in mijn handen naar buiten.
Ik wil leven, ik wil geven, ik wil Gods zegen delen met de mensen om mij heen.
Ik zal Zijn licht laten schijnen, ik zal Zijn schat verspreiden.
(de namen die ik in deze blog heb gebruikt zijn fictief).