75. Het ambt van de profeet

Vandaag lees ik in Openbaring de zeven brieven aan de zeven gemeenten. Elke brief sluit af met ‘Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeente zegt’ (Openb 2:7,11,17,29, Openb 3:6,13,22). Deze terugkerende oproep raakt me en zet me stil bij de vraag of wij, als gemeente van God, Zijn bruid nog wel horen wat Zijn Geest zegt. Willen we het horen, willen we ons laten leiden door Gods Geest of zoeken we het liever zelf uit?

Sinds begin dit jaar volg ik de profeten-opleiding van Emma Stark in Schotland. Zo, het hoge woord is eruit. Ik ervaar al langere tijd, de roep van God om het ambt van profeet op te nemen. Maar heb het met maar weinig mensen gedeeld. Ik voelde een schroom, want het profeten-ambt is niet zo geliefd. Zelfs nu ik dit schrijf voel ik mijn hart sneller bonken dan normaal en vraag ik continu ‘Help Heer, moet dit echt?’

Toch voel ik de verantwoordelijkheid en weet ik dat God mij geroepen heeft. Dus terwijl de vraag continu door mijn hoofd gaat, hoor ik ook Gods antwoord. Hetzelfde wat Hij zoveel jaren geleden al tegen Jeremia zei: ‘Ik waak over Mijn woord om dat te doen’ (Jeremia 1:12). Waarmee God tegen Jeremia en net zo goed tegen mij, of wie dan ook, zegt dat Hij Zelf ervoor zorgt dat het woord wat we namens Hem spreken doet wat het moet doen. 

Ik zie een nieuwe generatie profeten opkomen. Profeten die opgeleid worden om de kerk te dienen. Om leiding te kunnen geven, om de stem van God te kunnen zijn. 

De profeten van het Nieuwe Testament, van het nieuwe verbond waarin wij nu leven, spreken nog steeds namens God. Het ambt van profeet is niet opgehouden te bestaan. 

Ik hoor en zie dat God ook dit ambt aan het herstellen is. Steeds meer profeten durven op te staan en de ruimte in te nemen die God geeft. 

De vijand heeft lange tijd angst voor de profeet gecreëerd. De kerk heeft lange tijd gedacht de profeet niet meer nodig te hebben. Het zelf te kunnen, maar zie wat het gebracht heeft. Wereldse visies, theorieën en filosofieën zijn langzaamaan de kerk in gesijpeld. De vijand kreeg steeds meer ruimte. Terwijl het woord van God niet langer leidend werd. Ik zie een omslag, in de kerken én in de persoonlijke levens van Gods kinderen. Er is een honger naar Gods woord, er is behoefte aan innerlijke vrede, ook onder de christenen. En er is een groeiend verlangen naar persoonlijke stille tijd met God.

Als profeten mogen we Gods hart met je delen. Zijn hart is er altijd op gericht om een ieder van ons dichter bij Hem te laten komen. God verlangt zo naar die hartsverbinding met ons. We spreken wat God Zelf tegen jou, tegen de kerk of tegen een natie wil zeggen. We spreken woorden die, hoe scherp ze soms ook klinken, altijd gericht zijn op het leven in volheid van God. Zodat we, als discipelen in Zijn Koninkrijk steeds mooier, steeds beter en steeds makkelijker kunnen wandelen in de goede werken die Hij al voor ons heeft voorbereid (Efeze 2:10).

Misschien vraag jij je af waarom zo’n profeten-opleiding eigenlijk nodig is. Wat wordt daar geleerd? Net als de apostel, leraar, herder en de evangelist heb ook ik goed bijbels onderwijs nodig. Ik wil op een bijbel-getrouwe manier profeet zijn. Als goede profeet zal ik mijn eigen kronen, mijn altaars en eigen agenda volkomen los moeten laten. Ik kan nog een heleboel groeien in durf, in moed, in opstaan en liefdevol scherp kunnen zijn. Er is nog een heleboel te ontdekken in de geestelijke wereld en hoe ik de dingen die ik zie en ervaar kan duiden.

Ik vind het allemaal ontzettend mooi en tof om hierin te groeien, te leren en te ontdekken. Tegelijk vaak zat ook spannend. Gelukkig heb ik een profetisch nest, een tribe die om me heen staat. Met wie ik samen mag ontdekken hoe en waar God me wil hebben. Ik kijk ernaar uit om komende jaren met hen op te trekken. Om elkaar aan te moedigen, te pushen en te stretchen. Ik ben God nu al zo dankbaar voor hen in mijn leven. Samen gaan we brullen als de Leeuw van Juda én zullen we zwijgen als het Lam. Precies wanneer God het zegt.

Zolang onze Heer leeft, zullen we spreken wat Hij ons zegt te spreken (2 kronieken 18:13). 

Leave a comment