Regelmatig ontvang ik een beeld van de Heer waar ik op dat moment niet direct wat mee kan. Zo zag ik vorige week tijdens mijn stille tijd een heleboel prachtige kronen, vurige fakkels en paarse mantels liggen. Grote stapels, netjes gesorteerd. Ze leken klaar te liggen in de hemelse gewesten, te wachten op… ik wist het niet. Ik had eigenlijk geen tijd om dit uit te zoeken dus schreef ik het beeld op. Een paar dagen later nam ik de tijd om hierover in gebed te gaan. Zittend aan de voeten van Jezus vroeg ik God wat Hij hierover te zeggen had.
Vrijwel gelijk hoorde ik Hem zeggen ‘een dubbel deel, een dubbel deel aan zalving ligt klaar om uitgedeeld te worden’. Dit deed me denken aan de profeet Elisa die aan Elia om een dubbel deel van de Geest vroeg. Je kan hierover lezen in het boek 2 Koningen hoofdstuk 2.
Als ik kijk naar de kronen, fakkels en mantels dan moet ik gelijk denken aan bedieningen in Gods koninkrijk met koninklijk gezag en autoriteit. Aan lichtdragers én lichtbrengers, aan boodschappers van het goede nieuws. Ik moest denken aan mensen die hun kroon, hun fakkel en mantel al met overtuiging dragen. Zij die al bewegen in de bestemming die God op hun leven heeft gelegd. Ik moest ook denken aan hen die nog niet zo vrij zijn, die nog wat twijfelen of de kroon wel voor hen is. Zij die nog niet helemaal helder hebben welke mantel ze mogen dragen. Of van wie de fakkel wel brand, maar nog niet zoveel licht verspreidt als ze zelf wel zouden willen.
Ik geloof dat mensen in/naar nieuwe bedieningen geleid worden. Anderen zullen een soort doorstart krijgen in verantwoordelijkheden in het Koninkrijk. Sommigen zullen ook een switch in hun bestaande bedieningen ervaren. Alsof God in de dichtbije toekomst met meer kracht en dieper Zijn Koninkrijk wil (uit)bouwen. Er zullen nieuwe bedieningen opstaan. En bestaande zullen met nog meer kracht dit land, maar ook daarbuiten, gaan raken.
Ik geloof dat dit dubbele deel voor velen van ons klaar ligt. God wacht erop om het te kunnen uitdelen. Komende tijd zal dit ook in groten getale uitgedeeld gaan worden. Zijn we hier klaar voor?
Ik hoor de Heer nogmaals zeggen ‘een dubbel deel, een dubbel deel aan zalving ligt klaar om uitgedeeld te worden’. Vervolgens hoor ik Zijn vraag waarmee het beeld ineens heel persoonlijk wordt: ‘Dúrf jij te vragen om een dubbel deel? Ik heb het voor je klaarliggen maar durf jij het echt aan? Want met dat dubbele deel ontvang je ook dubbele verantwoordelijkheid’. En toen werd het beeld iets minder aantrekkelijk moet ik eerlijk bekennen. Ja, ik verlang ernaar dat onze bediening groeit, dat we nog meer dingen mogen gaan doen waarmee we anderen nog meer tot zegen zijn. En ja, ik verlang ernaar om met nog meer hemels gezag en autoriteit door het leven te gaan. Ik verlang naar groei in evangelisatie, genezing en bevrijding. Ik wil heel graag dat mijn fakkel van veraf te zien is en dat mijn mantel nog beter zit. Maar, ik realiseer me dat met het ontvangen van dat dubbele deel, ik ook dubbel gezuiverd moet worden. En hoewel ik weet dat zuiveringen nodig zijn, vind ik de processen die daarmee gepaard gaan lang niet altijd leuk en comfortabel.
Toen ik vorige week toch met enige aarzeling ‘ja’ zei op Gods vraag of ik het wil ontvangen hoorde ik ook gelijk Zijn bevestiging: ‘Ik acht je bekwaam, Ik ben bezig dit in je te bewerken, vertrouw op Mij’. Zo werkt God. Wat een geruststelling. Hij heeft van alles voor ons klaarliggen, maar dwingt ons nooit om het te ontvangen. Het start altijd bij Hem. Hij heeft ons het eerst liefgehad, Hij legt eerst Zíjn verlangens in ons hart, Hij laat ons Zijn beelden zien. Hij!
Daarna hebben wij de keuze om in te stappen en mee te bewegen. We mogen meegaan in Zijn verlangens, of (nog) niet. Hij doet Zijn werk in ons en daarna mogen wij het werk vóór Hem doen, of (nog) niet.
Naast de bevestiging die ik hoorde in mijn gedachten, ontving ik ook bevestiging door verschillende vragen en gesprekken die ik afgelopen dagen heb gekregen. En hoewel ik inmiddels wel afgerekend heb met het kleine denken over mezelf, ervaar ik ook tijdens die gesprekken of vragen regelmatig de gedachte dat ik dit toch niet kan. Opnieuw mag ik deze valse gedachten in het licht zetten en ze zo afbreken en brengen onder de gehoorzaamheid van Christus.
Gods woord zegt namelijk dat ik Zijn maaksel ben, in Jezus Christus geschapen om goede werken te doen, zoals bevrijden, genezen en het evangelie verspreiden. God heeft dit van tevoren al bewerkt, klaargemaakt, zodat ik erin kan wandelen.
2 Koningen 2:9, 2 Korinthe 10:4-6, Efeze 2:8-10