… en dat is helemaal prima.
Best een uitspraak die ik zo neerzet. Maar afgelopen weken heeft God me hier echt de ogen voor geopend. Eerlijk gezegd een confronterend en schurend proces, zo tussen alle bedrijven door.
Afgelopen tijd hoor ik regelmatig mensen tegen me zeggen dat ze me ook overal zien. En inderdaad heb ik de afgelopen tijd op veel plekken mogen dienen. Zelf vind ik dat heerlijk en ik doe dat dan ook met grote vreugde. Het zijn meestal plekken waarvan ik weet dat God me daar wil hebben. Samen met Hem ga ik naar die plekken toe en samen met Hem doe ik wat Hij me vraagt te doen. Vanaf de voorbereiding tot en met de nabeschouwing loop ik die momenten aan de hand van de Heer. Het is echt een feestje om zo samen met God op te trekken en vooraan op de eerste rij te zitten om Zijn wonderen te zien gebeuren. Bevrijdingen, genezingen, geboortes van nieuw leven, nieuwe bedieningen, enzovoorts.
Toch ontdekte ik, mede door de dromen van afgelopen nacht, hoe ook ik mij een plek toe-eigende die niet mijn plek was. Vandaag tijdens mijn bidden-en-vastendag laat God me zien dat ik mijn denken in tekort en mijn hoogmoed los mag laten. Ook vroeg Hij me dit direct in een blog te delen. Wat ik echt wel spannend vind omdat het betekent dat ik al schrijvend bepaalde processen doormaak. Daar waar ik normaal gesproken wel weet waar de blog over moet gaan, heb ik het nu nog lang niet helder.
Vaak als we het hebben over in tekort denken heeft dat met armoede-denken te maken en dat associeert weer makkelijk met financiële tekorten. Maar in mijn geval zit het hem in tekort denken over mijzelf. Vanochtend was God heel duidelijk tegen mij. Hij zei ‘stop met tekort denken over jezelf. Ben Ik het niet die jou heeft gemaakt? Stop met het afbreken van Mijn schepping. Het is Mijn Zoon die met Zijn bloed jou heeft volmaakt, gereinigd en geheiligd. Ik heb Mijn Zoon voor jou de prijs laten betalen. Stop met opnieuw te willen betalen. Ik ben jouw kracht. Vertrouw op Mij in jou. Stap uit je kooi van tekort denken’.
Zo, dat was een heldere boodschap. Althans voor mij. Want de afgelopen weken en ook voor de komende weken heeft God mij meerdere dingen laten afzeggen. Mooie en leuke dingen. Waarvan ik echt niet begreep waarom ik daar niet heen hoefde te gaan. Eerder vanochtend nog heb ik met pijn in mijn hart iets heel ergs moois afgezegd. Omdat God me liet zien dat het niet de plek is waar Hij me wil hebben. Het was toen dat God sprak en zei ‘Ik heb jou daar niet nodig’.
Dat was scherp en confronterend. Want eerlijk gezegd dacht ik wel dat ik juist daar op die plekken nodig was. Langzaamaan was de geest van hoogmoed bij mij naar binnen geslopen. Ik zat al met een stukje van mijn billen op de troon van God, terwijl dat absoluut niet mijn plek is. Niet ík heb het recht te bepalen waar ik mag bewegen. Niet ík weet waar ik het beste tot zegen voor Gods koninkrijk kan zijn. Niet ík weet waar ik het beste tot mijn recht kom.
Ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat ik het vanuit een goed hart deed. Ik wandelde niet door het leven met de houding van ‘kijk mij eens, ik zal het allemaal wel fiksen’. Dat is dan ook het verraderlijke. Want ook al liep ik niet met die houding rond, ik liep God wel degelijk in de weg. En mezelf op den duur trouwens ook. Door verantwoordelijkheden op me te nemen die ten diepste niet mijn verantwoordelijkheden zijn, zoog het me leeg. Ik was weer hard op weg om vanuit mijzelf te werken. En ook al geloof ik dat er nog steeds stromen van levend water vanuit mijn binnenste voortkwamen, toch bracht het minder leven voort dan voorheen. En op den duur, in de nabije toekomst, als ik zo door zou gaan, zou het hoogstwaarschijnlijk überhaupt dood water zijn.
Heel geleidelijk begon ik ook weer in tekort denken over mezelf. Ik twijfelde of ik bepaalde dingen wel aan zou kunnen. Ik ging me weer af en toe zorgen maken over dit en over dat, over die en over dat moment. Nu besef ik dat ik langzaam weer in het kooitje kroop. Ik beperkte mijn denken. Ik vergat de grote overvloed, zorg en trouw van mijn hemelse Vader.
Komende tijd mag ik weer wat meer in mijn grot zitten met Mijn Vader. Nog meer zuiveringen, nog meer openbaringen en nog meer leren hoe te wandelen in Zijn weg. Ook nog meer liefde, nog meer trouw en dat alles in ruime overvloed.
Terwijl ik het Avondmaal neem en de Heer prijs voor Zijn gebrokenheid en Zijn bloed voor mij, hoor ik Zijn stem die me aanmoedigt om weer iets ouds vertrouwds op te pakken. Niet direct, maar binnenkort is het daar weer de tijd voor. En ik voel hoe ik van de Geest weer nieuwe adem ontvang, vers bloed, nieuwe gedachten, vreugde en vrijheid.
Overvloed in plaats van tekort. Ik stap uit de kooi, Gods vrijheid in. Ik vlieg, ik zweef, als een arend zo vrij, zwevend op de wind van de Heilige Geest.
Halleluja. Amen.