84. Aanbidding

Afgelopen zaterdag mocht ik op een aanbiddings-event van His Voice Music, een profetische bediening binnen de aanbidding, dienen. Het was een dag waarbij aanbiddingsleiders en -teams en -schrijvers getraind en toegerust werden in hun rol als aanbidder en schrijver. 

Mij was gevraagd om als profetische wachter betrokken te zijn bij dit event. Dit betekende dat ik ook vooraf al regelmatig de tijd heb genomen om in de geest te luisteren en te kijken naar wat God met dit event wil. Ik hou hiervan. Ik hou ervan om in Gods aanwezigheid te zijn en met Hem te kijken en te ontdekken wat Hij van plan is. Hoe Hij gaat bewegen en sowieso al aan het bewegen is. Ik hou ervan om me te richten op de Heer en van Hem te horen wat Hij belangrijk vindt. 

Daarnaast houdt het profetische wachterschap ook in dat ik alert mag zijn op de geestelijke aanvallen die de vijand uitoefent. Zeker daar waar mensen in hun bediening getraind en toegerust worden, kun je verwachten dat de vijand zich ook zal gaan roeren. We moeten daar alert op zijn, zonder ons in een hoekje te laten drukken dat we dit soort events dan maar niet meer gaan organiseren. Integendeel. Daar waar we flinke tegenstand ervaren moeten we juist de hakken in het zand zetten en doorgaan met ons werk. Vaak is tegenstand juist een teken dat we met de goede dingen voor het koninkrijk bezig zijn. Want waarom zou de vijand ons tegen willen werken als ons werk geen impact zou hebben, what’s the use?!

Dus, afgelopen weken heb ik regelmatig tijd genomen om in alle rust bij de Heer te zitten en te vragen wat Hij met dit event wil. Hoe gaat dit event van betekenis zijn voor Gods koninkrijk? Hoe zal dit event tot zegen zijn voor hen die gaan komen. Terwijl ik die tijd nam, werd me al snel duidelijk dat het niet zozeer om dit ene event gaat, maar dat de aandacht mag gaan naar aanbidding an sich. Hoe zit het met de aanbidding in het algemeen in Nederland? Hoe denken wij christenen over aanbidding en hoe gaan we hiermee om in de kerken en op evenementen? 

God liet me afgelopen weken zien hoe Hij het ziet. Én Hij liet me zien hoe Hij het wíl hebben. Beide waren confronterend en tegelijk liefdevol. 

In de bijbel neemt lofprijzing en aanbidding een belangrijke plek in. God groot maken is belangrijk, zelfs noodzakelijk. Wij mensen zijn gemaakt tot eer van God. Wij zijn geschapen om God te aanbidden. God groot maken zet Gods kracht vrij. We lezen in de bijbel verschillende keren wat gejuich en gezang tot eer van God teweegbrengt. Lees maar over de inname van Jericho (Jozua 6). Ook koning Josafat behaalde de overwinning door zangers en mensen voor de Heer aan te stellen die ‘de heilige Majesteit prijzen zouden, terwijl zij voor de gewapende mannen uittrokken en zongen: Loof de HEERE, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig! Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen, legde de HEERE hinderlagen tegen de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte die op Juda waren afgekomen, en zij werden verslagen’. Lees het hele verhaal maar in 2 Kronieken 20.
Ook Paulus en Silas zongen lofliederen in de gevangenis waardoor er een enorme kracht vrij kwam met als gevolg dat de gevangenisbewaarder en zijn gezin zich bekeerden tot God (Handelingen 16).

Door me op al deze gebeurtenissen te wijzen liet God me de kracht van aanbidding zien. De kracht die wij vergeten zijn en onderschatten. Het event van afgelopen zaterdag heette ‘The sound of the Levites’. De Levieten gingen het volk voor in muziek en gezang, in lofprijzing. Met die lofprijzing brachten ze het volk bij God, in Gods aanwezigheid. God loven en prijzen brengt je bij God, dicht bij Hem. Er ontstaat vrijheid om de kracht van Zijn aanwezigheid te ervaren. Maar, dit lukt niet op de manier waarop de aanbidding tegenwoordig in veel kerken plaatsvindt. 

Ik hoorde de Heer spreken over de Levieten: ‘Het was altijd al de taak van de Levieten om hierin voorop te gaan. Om het volk te leiden in lofprijzing tot eer van Mijn naam. Die taak is niet veranderd, die zalving is niet minder groot of minder krachtig geworden. De Levieten zijn nog steeds onderdeel van Mijn volk. Hun taak is nog steeds om voorop te gaan en Mijn volk in aanbidding bij Mij te brengen’. 

Door het offer van Jezus zijn wij als heidenen nu ook ingelijfd bij het volk van God. De stammenverdeling zoals in het Oude Testament is er niet meer. Dus je hoeft geen Leviet te zijn om te aanbidden. Toch zijn er nog steeds mensen die een speciale roep en bediening op hun leven hebben om anderen in aanbidding mee te nemen naar het hart van God. Zij die voorgaan in de lofprijzing en muziek om God groot te maken. Zij, die ons ‘gewone’ mensen door lofprijzing in de aanbidding dicht bij Gods hart brengen. God liet me afgelopen week zien dat aanbidding op de bijbelse, op de goddelijke manier, in geest en waarheid door de jaren heen geroofd is. De aandacht in de kerken richtte zich steeds meer naar wat de mensen wilden zien en ervaren. De aanbidding werd een gelikte show. Mooi op elkaar aansluitende liederen, zodat je in de juiste ‘sfeer’ kwam. We hebben voorrang gegeven aan wat we dachten dat de mensen wilden, waar de mens behoefte aan had. Maar zijn daarbij vergeten wat God wil. 

God sprak en zei: ‘Ik wil de plek van lofprijzing herstellen. Omdat Ik weet wat goed voor jullie is. Jullie offers wil Ik niet, Ik wil jullie hart. Ik zit niet te wachten op een mooie show, hier in de hemel heb Ik voortdurend een mooie show van engelen die Mij aanbidden. Ik wil dat jullie je op Mij richten, bij Mij zijn, alle aandacht voor Mij. Want dat geeft leven, daarmee zegen jij jezelf met meer kracht, meer zalving, meer van Mij. Dat is wat Ik wil voor Mijn kinderen’. 

Dit raakte me zo, God zegt dit niet omdat Hij er minder van wordt dat wij Hem niet meer in geest en waarheid aanbidden. God zegt dit vanuit Zijn liefde voor ons. Hij weet dat wij het nodig hebben. Wanneer we Hem weer op de heilige, goddelijke manier aanbidden, dan zullen genezingen, bevrijdingen al plaatsvinden tijdens de aanbidding. Dan hebben we geen ministry en bevrijdingsteams meer nodig. Dan daalt Gods kracht automatisch tijdens de aanbidding neer op de plek waar we zijn. 

Ik geloof dat het tijd is dat we weer luisteren naar wat de Geest zegt over aanbidding, over welke liederen, over hoe we God groot mogen maken. Durven we onze vrees voor wat de mensen ervan vinden los te laten zodat we ons kunnen richten op God en vanuit ontzag Hem groot gaan maken. Durven we God weer de volledige regie te geven en Hem te volgen. Mee te bewegen met wat de Geest ons wil laten doen. Omdat we er simpelweg op vertrouwen dat Hij het beter weet?!

Terwijl ik mijn ogen sluit stel ik me de tempel voor. Ik hoor de Levieten vanaf de trappen bij de ingang van de tempel luid muziek maken en God loven. Ik hoor tamboerijnen en cimbalen. Ik hoor de sjofars de strijd én de overwinning aankondigen. Ik zie dat we de tempel al dansend binnen gaan. Dat plein op. Gewoon om God te ontmoeten en groot te maken! Weg met alle kaders en kijkende ogen die er wat van vinden. Alleen maar ons oog en hart op God gericht! Zodat Hij ons kan zegenen met Zijn kracht en nabijheid. Dat is de plek waar we compleet zijn, precies zoals Hij ons geschapen heeft.

83. ‘Een dubbel deel’

Regelmatig ontvang ik een beeld van de Heer waar ik op dat moment niet direct wat mee kan. Zo zag ik vorige week tijdens mijn stille tijd een heleboel prachtige kronen, vurige fakkels en paarse mantels liggen. Grote stapels, netjes gesorteerd. Ze leken klaar te liggen in de hemelse gewesten, te wachten op… ik wist het niet. Ik had eigenlijk geen tijd om dit uit te zoeken dus schreef ik het beeld op. Een paar dagen later nam ik de tijd om hierover in gebed te gaan. Zittend aan de voeten van Jezus vroeg ik God wat Hij hierover te zeggen had. 

Vrijwel gelijk hoorde ik Hem zeggen ‘een dubbel deel, een dubbel deel aan zalving ligt klaar om uitgedeeld te worden’. Dit deed me denken aan de profeet Elisa die aan Elia om een dubbel deel van de Geest vroeg. Je kan hierover lezen in het boek 2 Koningen hoofdstuk 2. 

Als ik kijk naar de kronen, fakkels en mantels dan moet ik gelijk denken aan bedieningen in Gods koninkrijk met koninklijk gezag en autoriteit. Aan lichtdragers én lichtbrengers, aan boodschappers van het goede nieuws. Ik moest denken aan mensen die hun kroon, hun fakkel en mantel al met overtuiging dragen. Zij die al bewegen in de bestemming die God op hun leven heeft gelegd. Ik moest ook denken aan hen die nog niet zo vrij zijn, die nog wat twijfelen of de kroon wel voor hen is. Zij die nog niet helemaal helder hebben welke mantel ze mogen dragen. Of van wie de fakkel wel brand, maar nog niet zoveel licht verspreidt als ze zelf wel zouden willen. 

Ik geloof dat mensen in/naar nieuwe bedieningen geleid worden. Anderen zullen een soort doorstart krijgen in verantwoordelijkheden in het Koninkrijk. Sommigen zullen ook een switch in hun bestaande bedieningen ervaren. Alsof God in de dichtbije toekomst met meer kracht en dieper Zijn Koninkrijk wil (uit)bouwen. Er zullen nieuwe bedieningen opstaan. En bestaande zullen met nog meer kracht dit land, maar ook daarbuiten, gaan raken. 

Ik geloof dat dit dubbele deel voor velen van ons klaar ligt. God wacht erop om het te kunnen uitdelen. Komende tijd zal dit ook in groten getale uitgedeeld gaan worden. Zijn we hier klaar voor?

Ik hoor de Heer nogmaals zeggen ‘een dubbel deel, een dubbel deel aan zalving ligt klaar om uitgedeeld te worden’. Vervolgens hoor ik Zijn vraag waarmee het beeld ineens heel persoonlijk wordt: ‘Dúrf jij te vragen om een dubbel deel? Ik heb het voor je klaarliggen maar durf jij het echt aan? Want met dat dubbele deel ontvang je ook dubbele verantwoordelijkheid’. En toen werd het beeld iets minder aantrekkelijk moet ik eerlijk bekennen. Ja, ik verlang ernaar dat onze bediening groeit, dat we nog meer dingen mogen gaan doen waarmee we anderen nog meer tot zegen zijn. En ja, ik verlang ernaar om met nog meer hemels gezag en autoriteit door het leven te gaan. Ik verlang naar groei in evangelisatie, genezing en bevrijding. Ik wil heel graag dat mijn fakkel van veraf te zien is en dat mijn mantel nog beter zit. Maar, ik realiseer me dat met het ontvangen van dat dubbele deel, ik ook dubbel gezuiverd moet worden. En hoewel ik weet dat zuiveringen nodig zijn, vind ik de processen die daarmee gepaard gaan lang niet altijd leuk en comfortabel. 

Toen ik vorige week toch met enige aarzeling ‘ja’ zei op Gods vraag of ik het wil ontvangen hoorde ik ook gelijk Zijn bevestiging: ‘Ik acht je bekwaam, Ik ben bezig dit in je te bewerken, vertrouw op Mij’. Zo werkt God. Wat een geruststelling. Hij heeft van alles voor ons klaarliggen, maar dwingt ons nooit om het te ontvangen. Het start altijd bij Hem. Hij heeft ons het eerst liefgehad, Hij legt eerst Zíjn verlangens in ons hart, Hij laat ons Zijn beelden zien. Hij!

Daarna hebben wij de keuze om in te stappen en mee te bewegen. We mogen meegaan in Zijn verlangens, of (nog) niet. Hij doet Zijn werk in ons en daarna mogen wij het werk vóór Hem doen, of (nog) niet. 

Naast de bevestiging die ik hoorde in mijn gedachten, ontving ik ook bevestiging door verschillende vragen en gesprekken die ik afgelopen dagen heb gekregen. En hoewel ik inmiddels wel afgerekend heb met het kleine denken over mezelf, ervaar ik ook tijdens die gesprekken of vragen regelmatig de gedachte dat ik dit toch niet kan. Opnieuw mag ik deze valse gedachten in het licht zetten en ze zo afbreken en brengen onder de gehoorzaamheid van Christus. 

Gods woord zegt namelijk dat ik Zijn maaksel ben, in Jezus Christus geschapen om goede werken te doen, zoals bevrijden, genezen en het evangelie verspreiden. God heeft dit van tevoren al bewerkt, klaargemaakt, zodat ik erin kan wandelen. 

2 Koningen 2:9, 2 Korinthe 10:4-6, Efeze 2:8-10

82. De Heer zegt: Get trained!

Enige tijd geleden ontving ik een droom van de Heer. Het was een openbaring en oproep tegenlijk.

Ik zag een prachtige, helder verlichte plek waar veel mensen aanwezig waren. Het deed me denken aan zo’n grote Griekse tempel, met hoge witte stevige pilaren. Ondanks dat ik alleen maar een toeschouwer was, ervoer ik dat die plek vol van vrede, vreugde, liefde, ontspanning en verlangen was. Ik begreep dat het een plek was waar mensen met elkaar en van elkaar leerden van de Heer. Het woord werd gedeeld, men bemoedigde elkaar, men deelde getuigenissen, men deelde gebed en de maaltijd van de Heer. Er liepen engelen rondom wijsheid en openbaringen uit te delen. En hoewel deze plek veel licht en wit naar buiten toe uitstraalde, was de ruimte eromheen toch grauw en somber. Het straalde een duisternis uit, waar ik zelf liever niet zou willen zijn. 

Maar terwijl ik bleef kijken zag ik dat het beeld veranderde.
Ik vroeg de Heer wat hier gebeurde. Wat wilde de Heer me met dit beeld laten zien? Terwijl ik wachtte op het antwoord zag ik ondertussen die witte tempel verdwijnen. Langzaamaan werd hij kleiner, minder wit. Ik moest denken aan playmobil materiaal. Hele dunne plastic pilaren. Mijn focus was op de tempel, maar die zag ik verdwijnen. Ik heb geen idee wat er met de mensen gebeurde. Die waren eigenlijk al niet meer in beeld. 

Toen ik wakker werd voelde ik direct de noodzaak om deze droom in gebed te brengen. Ik had nog maar een flauw idee wat de droom betekende en ik wist dat dit rechtstreeks van God kwam. Ik wist zeker dat Hij me hier iets mee wilde zeggen. Afgelopen tijd heb ik hierover door gebeden. Ik ben met God hierover in gesprek gegaan. Ook met anderen, waarvan ik weet dat zij regelmatig inzichten van de Heilige Geest ontvangen, heb ik deze droom gedeeld. 

Al langere tijd geloof ik dat onze toekomst hier op aarde steeds moeilijker, heftiger en chaotischer gaat worden. Wanneer je christen bent, dan weet je waarschijnlijk wel dat we in de eindtijd leven. Misschien weet jij, net als ik, niet het fijne van deze eindtijd. Maar we weten wel dat het een heftige tijd zal zijn, dat lezen we in de bijbel. Jezus waarschuwt ons hier ook voor. Én Hij troost ons met de woorden ‘in de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen’. (Johannes 16:33 HSV). In die waarheid mogen we blijven staan.

Tijdens deze droom zag ik heel duidelijk het verschil tussen licht en donker. Tussen het leven gericht op God en het leven in de wereld. God zei me dat dit ook is wat Hij wil dat ik duidelijk maak. IEDEREEN, ieder mens heeft de keuze. Kiezen voor het licht of de duisternis. Elke keuze is een keuze voor leven of dood. Sommige keuzes lijken minimaal. Maar elke keuze heeft een gevolg. Het leven met God in alles zorgt voor licht, vreugde, liefde en overvloed van dat alles. Maar wanneer je kiest om in de wereld te staan en je te laten vullen met dat wat de wereld biedt, dan kan de Heer minder met Zijn Geest bij je zijn. Dan geef je de duisternis meer ruimte. 

Jij en ik hebben de heerschappij over licht en duisternis teruggekregen toen Jezus stierf en weer opstond. Wij hebben de keuze. Ook als het lijkt alsof we die keuze niet meer hebben. 

Oh wat klinkt dit scherp, vind je ook niet?! Toch liet God me heel duidelijk zien door de droom wat de gevolgen zijn van het maken van de verkeerde keuze. Het werd letterlijk steeds donkerder. De plek van licht en vreugde werd langzaamaan opgeslokt door het duister. Het is echt belangrijk te beseffen dat we wel in deze wereld zijn, maar niet van deze wereld. (Johannes 17:14-16).

Ik vroeg God ook wat wij mensen nu kunnen doen. Wat kunnen we doen om het tweede gedeelte van mijn droom geen werkelijkheid te laten worden?

God sprak en zei: Repent. Belijd en keer af. Draai je om vanuit het duister naar het licht. Ik heb je uit het duister getrokken en in Mijn Koninkrijk van licht gezet. Ik heb dat al gedaan. Onderzoek je hart, onderzoek je leven, waar merk je dat de wereld grip op je krijgt? Is het je agenda? Is het je denken of je gevoel? Vraag Mij, zoek Mij, laat Mij Mijn licht op jouw verborgen plekken schijnen. Zodat jij het in het licht kan zetten. In Mijn licht, want als Mijn licht erop schijnt dan krijg Ik weer de ruimte om jouw leven te verlichten. Mijn licht zal jouw duisternis doen verdwijnen.

De Geest sprak verder en zei:

Get trained! De mensen moeten nu, in deze periode, leren hoe ze in Mijn aanwezigheid kunnen zijn. Hoe ze van Mij rechtstreeks Mijn waarheid kunnen ontvangen.
Maak jezelf krachtig en sterk. Wees voorbereid zodat je zelf in staat bent standvastig en vastberaden te blijven standhouden in situaties van onrust en verwarring. Bouw je geloof, je moet niet pas geloof gaan bouwen als het aangevallen wordt.

Ik ervoer heel sterk de oproep van God om deze tijd te gebruiken om nog zoveel mogelijk en zo intensief mogelijk met anderen bij God te zijn. In Zijn aanwezigheid met elkaar Hem te aanbidden, maar ook van Hem te leren en te ontdekken. Om onderwijs te pakken op zoveel mogelijk plekken waar Zijn waarheid te vinden en te horen is. Iemand anders sprak al over ‘genadetijd’. Zo is God. Vanuit Zijn genade krijgen we nu nog de tijd om onszelf te trainen in een leven dichtbij God.

Get trained! Train jezelf in het sterk en stevig blijven staan op Mijn waarheden en Mijn beloften. Ken Mijn woord. Lees het, hoor het, mediteer erop. Zodat je, wanneer het nodig is, de vijand kan weerstaan. Ken Mij, wees in Mijn aanwezigheid zodat Ik je kan vullen met Mijn waarheid. Mijn kracht, Mijn liefde, Mijn rechtvaardigheid. Blijf in Mij, dan blijf Ik in jou. 

Oh deze woorden, deze oproep en bemoediging van God Zelf. Dit is wat ik nodig heb, wat elk kind van God nodig heeft. Dit is wat we te doen hebben. Gods woord kennen, bij God zijn en Hem door en door leren kennen. Met elkaar tijdens conferenties, events en samenkomsten. Ook alleen, met Hem in je eigen binnenkamer. 

Als je deze levensstijl nog niet gewend bent, zet dan gewoon de eerste stap. Oefen jezelf in het samen zijn met mede-christenen en oefen jezelf in het alleen zijn met de Heer. Oefen jezelf in het lezen van Gods woord. Oefen jezelf in de gaven van de Geest en oefen jezelf in het richten op God.

Get trained. Ook het leven met God is als een leerschool. Een hele avontuurlijke! Én een hele veilige. God, jouw Vader is hier namelijk je Leermeester!

81. Een goed werk

Deze zomer hebben Rombout en ik samen met nog twee andere stellen ‘gesoapt’. SOAP is een bijbelstudiemethode die mij helpt om dagelijks de bijbel te bestuderen. Ik doe dit al jaren samen met wat lieve zussen. En deze zomer besloten we om ook onze mannen eens uit te nodigen om met elkaar via het SOAP-en een bijbelboek te lezen en te bestuderen. We hebben de brief aan Titus gedaan. Ik ben telkens weer verrast hoe God tot een ieder persoonlijk spreekt. Geen enkele SOAP was hetzelfde. Ieder heeft zijn eigen invalshoek en God licht bij iedereen datgeen op wat voor die persoon nodig is. Prachtig vind ik dat. 

Ook al is de Titusbrief betrekkelijk klein, slechts drie hoofdstukken, toch heb ik er weer veel uit geleerd. Allereerst heeft God mijn verantwoordelijkheidsgevoel weer aangesproken. Al langere tijd weet ik dat Hij mij voor een eigen taak heeft geroepen. Ik mag in de bediening van profeet meebouwen voor Gods koninkrijk. Ik mag Zijn licht en woord delen via de prachtige organisaties Love God Greatly en Lume. Ik weet dit, toch ben ik hier niet altijd heel bewust mee bezig. Afgelopen tijd was ik vooral aan het genieten van onze plek en liet ik alles maar over me heen komen. Ik weet dat dit niet verkeerd is. Dus ik ervaar geen enkele veroordeling of aanklacht. Wel werd ik bepaald bij de noodzaak en urgentie van wat ik in Gods koninkrijk doen mag. Ik voelde me opgeroepen om te blijven volharden in de taken die God me gegeven heeft. Om hier niet in te verslappen. Maar met gezag en trouw blijven doen wat God me opdraagt.

Naast mijn persoonlijke taken mag ik samen met Rombout God dienen vanuit ons huis en vanuit Stichting Het Boetje. Langzaamaan krijgt ook dit steeds meer vorm. Nu we op onze door God aangewezen en klaargemaakte plek wonen, ontvangen we steeds meer visie van de Heer hoe we concreet aan de slag mogen gaan. Die visie ontvangen we vaak in onze Binnenkamer, waar we met Hem in gesprek zijn. Waar we onze vragen en twijfels kwijt kunnen. Waar we ook antwoorden krijgen en ideeën en beelden van Hem ontvangen die ons helpen om een volgende stap te zetten. Het is bijzonder hoe we ieder apart in Zijn aanwezigheid zijn en regelmatig dezelfde ideeën krijgen. Deze bevestigingen helpen ons natuurlijk om met zelfverzekerdheid iets nieuws op te pakken. 

Terug naar de Titusbrief. Ook Titus wordt opgeroepen om te blijven volharden  in de taak die Paulus hem heeft gegeven. Het onderwijs dat Titus van Paulus heeft ontvangen moet Titus vasthouden en doorgeven. Met gezag en autoriteit. Paulus roept ook keer op keer dat het geloven samen moet gaan met goede werken die vrucht voortbrengen. Wanneer een gelovige niet vruchtdraagt is er sprake van ‘dood geloof’. 

De allerlaatste dag van onze studie sloten we af met SOAP-en over Titus 3: 14. ‘En ook de onzen moeten leren anderen voor te gaan in het doen van goede werken, om in de noodzakelijke levensbehoeften te voorzien, opdat zij niet onvruchtbaar zijn’. Deze tekst raakte me, ik ontdekte dat het ook over mij ging. Op meerdere manieren. 

Allereerst ben ik één van die ‘onzen’. Paulus heeft het hier namelijk over hen die door het geloof aangenomen te hebben bij Paulus en Titus, maar vooral bij God horen. Paulus zegt dat ik anderen moet voorgaan in het doen van goede werken. Ik ben een voorbeeld, mijn gedrag moet anderen aansporen het goede te doen. Dat is best een verantwoordelijkheid. Het betekent dat ik er soms voor moet kiezen om bijv. de minste te zijn, niet het laatste woord te willen hebben of mijn gelijk te halen. 

In het vervolg van deze zin wordt Paulus heel specifiek over welk goed werk hij het deze keer heeft. Namelijk om in ‘noodzakelijke levensbehoefte te voorzien’. In vers 13 kreeg Titus de opdracht om de twee wetgeleerden Zenas en Apollos, onderwijzers van het woord ‘zorgvuldig uitgeleide te doen’, zodat het hen aan niets ontbreekt. Titus krijgt dus de opdracht om de volgelingen te leren dat zij voor de mensen die God dienen moeten zorgen. Het is hun zorg dat het dienaren van God aan niets ontbreekt, zodat zij vrucht kunnen dragen. Zodat zij het werk van de Heer kunnen doen zonder zich zorgen te hoeven maken over hun eerste levensbehoeften. 

Zelf leerde ik hieruit dat ik, als navolger van het Woord en als volgeling van God,de verantwoordelijkheid heb om hen die dienen in Gods koninkrijk te zegenen. Hetzij door middel van financiële middelen of in praktische of materiële zaken. Concreet kan ik dat doen door in een bediening die God aanwijst via een gift of partnerschap te zaaien. 

De andere kant is ook dat ik anderen, navolgers van het Woord, medechristenen, mag uitnodigen om in onze bediening te zaaien. Zodat ook wij het werk voor Gods koninkrijk kunnen doen, zonder ons bezig te hoeven houden met onze levensbehoeften. Zodat wij kunnen vruchtdragen. 

Met zelf zaaien in een andere bediening heb ik geen enkel probleem. Zeker niet als God het zegt. Maar vorige week zei God dat ik dit, wat ik leerde uit de Titusbrief, mocht delen en zo anderen mag oproepen om in onze bediening te zaaien. Ik zal maar eerlijk bekennen dat ik dit zelf ervaar als de zoveelste ‘leur’poging. Het klopt dat er geld nodig is om het werk te doen wat God van ons vraagt. Daarbij geloof ik in de geestelijke wetmatigheid die God ons in Zijn woord leert, namelijk dat als jij in onze bediening zaait, jij ook meedeelt in onze oogst. Zo zal de vrucht op je geestelijke rekening toenemen. Dit is waarom ik dit van God ‘moest’ delen. God wil dat Zijn kinderen weet hebben van hun geestelijke rekening. God wil ook dat Zijn kinderen hun verantwoordelijkheid nemen en het goede werk doen, namelijk voor de ander zorgen. God wil het beste voor iedereen. Daar mag iedereen ook zelf aan bijdragen.

Wij hebben jou nodig om ons werk goed te kunnen doen. Net zoals andere bedieningen ons nodig hebben. Alleen samen kunnen we bouwen voor Gods Koninkrijk. Samen kunnen we delen in de oogst, mensen bij God brengen, discipelen zijn en discipelen maken. Samen kunnen we Gods licht en Zijn woord verspreiden. 

Samen, gefundeerd op Jezus onze Rots. Ieder met onze door God gegeven verantwoordelijkheid.

Voor meer informatie ga je naar hetboetje.com/partner

Titus 1-3, Jakobus 2:17, 1 Korinthe 3:9, Filippenzen 4:15-19

80. Veilig in de grootste golf ooit…

Regelmatig bid en vast ik een aantal dagen achter elkaar. Misschien kun je het je nauwelijks voorstellen maar ik kijk er altijd naar uit. Het zijn vaak heerlijke dagen omdat ik dan de tijd neem om veel in Gods aanwezigheid te zijn. Doordat ik alle maaltijden oversla heb ik een heleboel tijd over die ik vul met in Gods woord zijn, van Hem te leren door extra onderwijs te luisteren. Tevens probeer ik op die dagen zo min mogelijk afspraken te hebben en plan ik in elk geval per dag echt een dagdeel volkomen vrij. We zijn gezegend met een gebedskamer, waar ik heerlijk in alle rust bij de Heer kan zijn. 

Gister zat ik op zo’n moment met aanbiddingsmuziek aan op mijn knieën aan de voeten van Jezus. Ik vroeg Hem hoe ik de komende maanden kan gaan doen wat Hij al eerder tot mij had gesproken. Zijn plannen voor mij zijn mooi, maar tegelijk best uitdagend en buiten mijn comfortzone. Nou weet ik uit ervaring dat wanneer Hij mij ergens toe uitnodigt en ik bereid ben in gehoorzaamheid dat te doen, het altijd goed komt en ik er zelf ook door gezegend word. Maar toch vind ik het opnieuw spannend. 

God sprak en gaf mij antwoord. Ik kreeg de indruk dat ik deze woorden mag delen. Omdat ik geloof dat God meer mensen uitnodigt om buiten hun comfortzone te bewegen. Meer mensen hebben deze woorden nodig. God is op allerlei vlakken mensen aan het oprichten met nieuwe verantwoordelijkheden, in nieuwe bedieningen. Ik zie mensen opstaan en samen mogen we aan de slag voor Zijn koninkrijk. Ieder heeft een eigen comfortzone, maar waarschijnlijk worden we allemaal uitgedaagd om daaruit te stappen. Ieder op zijn of haar eigen manier.

Ik hoorde Gods stem het volgende tegen mij zeggen:

Durf je het aan? Kom ga met Mij, beweeg met Mij, kijk naar Mij, focus je volledig op Mij. 

Laat je gaan met Mij. 
Durf je Mij te laten leiden?
Voel je Mij? 
Voel je waar Ik je heen wil leiden?
Voel je hoe Ik aanwezig ben in je leven?
Voel je Mijn wind, voel je Mijn hand’?

Vervolgens zag ik mezelf aan de rand van het water staan. Op een oever, achter mij was niks. Ik zag alleen voor mij water, heel veel water. Ik ervoer zoveel vrede en rust.
Ik hoorde vanaf het water Gods stem. De klanken kwamen mij bulderend tegemoet, zonder me angst aan te jagen. Er ontstond juist een verlangen. Ik wilde dichter bij die stem komen, ik wilde precies horen wat Hij zei. Ik ervoer een toenemend verlangen om me volledig over te geven. Om opnieuw in het water te stappen, los van mezelf, maar volledig van Hem, met Hem en omringd door Hem te zijn. 

Ik weet, ik kan Hém vertrouwen. Volkomen. 

Ik kijk vooruit en zie over het water enorme grote golven aan komen rollen. Ook dit jaagt me geen angst aan. Ik ervaar Gods uitnodiging. Hij roept me het water in. 
Kom, kom’, klinkt Zijn stem. 
Ik beloof je dat het goed zal zijn. Ga mee op avontuur. Ik heb jou uitgekozen om dit avontuur met Mij aan te gaan. Kom, kom’. 

En ik voel Gods verlangen naar mij, speciaal naar mij! Dit overstroomt mij, Zijn verlangen naar Mij is zo intens. Eerder sprak iemand al een profetisch woord over me uit waarbij hij zei dat ik nieuwe avonturen met God zou gaan beleven. Avonturen die God alleen voor mij in gedachten heeft.

Ik doe een stap vooruit, in het water, op het water en ik voel hoe ik direct meegezogen word in de stroming van het water. Ik word meegenomen door de golf, door de wind, door het water. Het omringt me volkomen. Ik voel me veilig, Gods vrede overstroomt me en ik ervaar Zijn rust in mijn lichaam en mijn ziel zoals ik nog nooit ervaren heb. Ik voel me opgeslokt, compleet heel, volledig goed. Alsof God Zelf mij volledig omringd heeft met zijn Zijn. Ik ben veilig, niks kan mij meer deren. 

Terwijl ik daar ben zie ik allemaal beelden in mijn hoofd voorbij komen. Ik zie huiskamers, stranden, bioscoopzalen, stadions. Allemaal zijn ze gevuld met mensen. Ik hoor gejuich, gejubel. Ik ervaar aanbidding, vreugde, rust, vrede en veiligheid. Bizar, overweldigend en heerlijk tegelijk.

Ik zit nog steeds in mijn golf, alleen, omringd door Gods aanwezigheid. Als ik om me heen kijk zie ik ook anderen in hun eigen golf, omringd door Gods aanwezigheid. Hij omringt ons allen. 

Er is vreugde, vrede, blijdschap en verwachting. Geen afgunst of angst.
Iedereen geniet, net als ik. 

Nadat ik teruggevoerd ben en weer op de oever sta, ervaar ik nog steeds volkomen blijdschap en vrede. In plaats van de eerdere terughoudendheid ervaar ik nu een gretigheid. Ik voel me verfrist, schoon gewassen en volledig vervuld met wijsheid, energie en nieuwe kracht. Bovennatuurlijk, nauwelijks te omschrijven.

Ja, ik ga het avontuur met mijn Heer aan. Ik zal dat diepe water instappen, elke keer weer opnieuw als God me daartoe uitnodigt. Ik weet, Hij houdt mij vast, Hij leidt en Hij is hierin volkomen te vertrouwen. Ik kan gaan zonder angst, omdat ik weet dat ik volkomen veilig ben. Hij omringt mij. Hij is in mij. Elk moment ben ik in Zijn aanwezigheid. Altijd. 

Jesaja 6:8, Esther 4:14

79. Kies voor het leven!

Een tijdje geleden alweer mocht ik tijdens een worshipevent een getuigenis delen. Afgelopen nacht herinnerde God mij hieraan én dat deze getuigenis niet alleen voor de mensen van toen was, maar dat dit voor meer mensen van belang gaat zijn. Tot opbouw van Zijn heilige gemeente.

Als je mijn blogs vanaf het begin hebt gelezen dan weet je dat ik als baby te vondeling was gelegd. Later werd ik geadopteerd. Helaas was de opvoedsituatie in mijn nederlandse gezin onveilig en ongezond. Er was veel strijd, geweld, veel ziekte en alles was eigenlijk luid. Ik heb me als kind altijd te veel gevoeld, probeerde ik zo min mogelijk aanwezig te zijn, zo stil mogelijk zodat niemand last van me had.

Ik heb me als kind ook altijd geschaamd voor mijn adoptie-ouders, ik had een labiele, vaak zieke moeder en een dominante vader die overal zijn mening over had en waar niemand tegenin durfde te gaan. Ik durfde geen vriendinnetjes bij mij thuis uit te nodigen, omdat ik niet wist wat ik thuis aan zou treffen.

Ik schaamde me dat ik überhaupt geadopteerd was. Als mijn eigen moeder mij niet eens wilde hebben, dan was er vast iets mis met mij. Zo dacht ik op jonge leeftijd. Totaal niet reëel, maar er werd thuis nooit echt over de adoptie gepraat. Niemand die wist hoe ik dacht, dus niemand die deze gedachte kon corrigeren. 

Ik schaamde me voor mijn bruine huid, die viel op en maakte dat ik anders was. 

Toen ik negen jaar was gingen mijn adoptie-ouders eindelijk uit elkaar. In die tijd was dit nog lang niet zo normaal. als tegenwoordig. Zeker in de streng gereformeerde kerk waar we toen bij hoorden was het echt uit den boze. Dus ook daar schaamde ik me voor. Zo kwamen er steeds meer redenen bij waarom ik mij schaamde. Langzaamaan werd schaamte iets wat bij mijn leven hoorde. Het werd een levenshouding. 

De schaamte om wie ik was, of beter gezegd: om wie ik dacht te zijn, zat diep. Ik, een vondeling, een geadopteerd kind van gescheiden ouders, slachtoffer van geweld. Ik heb echt geloofd dat ik iemand was die er eigenlijk beter niet had kunnen zijn, iemand die geen ruimte mocht innemen. Ik geloofde dat ik als vondeling niet het recht had om bij mensen te zijn, om aardig gevonden te worden. Echt, ik heb dit jarenlang gedacht. 

Ik liet al deze gedachten, de schaamte die ik voelde over dingen waar ik niet eens wat aan had kunnen doen, mijn identiteit en mijn manier van leven laten bepalen. 

Eerlijk gezegd was ik me daar lange tijd niet echt van bewust hoor. Bij mij was de schaamte onderhuids, het was zo onderdeel geworden van wie ik was dat ik lange tijd niet eens echt heb geweten wat een impact het eigenlijk had.

Lange tijd heb ik geprobeerd het vondelingschap en geadopteerd zijn te compenseren. Ik probeerde het altijd goed te doen, ik probeerde in ieders straatje te passen. Ik probeerde te bewijzen dat ik het wel waard was om vrienden mee te zijn. Om van te houden. Ik deed dingen om gezien te worden en aardig gevonden te worden. Ik werd iemand die zich makkelijk meebewoog in de menigte. Ik had geen eigen mening, maar kon goed luisteren naar andermans mening. Ik kon goed meelevend knikken. Ik deed er alles aan om niet afgewezen te worden. Ik was hard aan het werk en deed alles op eigen kracht.

Tijdens mijn burn-out kwam mijn leven letterlijk stil te liggen. Alleen mijn gezin hield me nog enigszins op de been. Maar het grootste gedeelte van die tijd lag ik op bed. Afwisselend te huilen, te slapen, te staren en ik schaamde me zo. Ten diepste schaamde ik me ervoor dat ik nog bestond. In die periode heb ik me zo vaak afgevraagd waarom ik niet was gestorven als klein baby’tje. Waarom was ik eigenlijk gevonden? Als dit het leven was, wie zat er dan echt op mij te wachten? …

Tot God op een nacht heel duidelijk sprak; ‘Jij bent Mijn geliefde dochter in wie Ik vreugde vind’. Het was de eerste keer en één van de weinige keren dat ik God zo duidelijk heb horen spreken. Ik wist niet eens dat God ook nu nog zo spreekt. Toch wist ik daar op dat moment ook zeker dat Hij het was die sprak. Ik heb me echt vastgeklampt aan die woorden. Het was alsof de donkerte in mijn hoofd langzaam optrok. Er ontstond hoop. Ik had me nog nooit een dochter gevoeld. Ik wist niet eens wat dit was. En geliefd? Hoezo ik?

Maar ik ben op zoek gegaan in Gods woord naar wat dit betekende. Ik ontdekte wat Gods woord over mij zei en hoe God naar me keek. Ik ontdekte Gods onvoorwaardelijke liefde voor mij. Het was een heel proces. Maar God heeft mijn identiteit volkomen hersteld. Het was echt een zoektocht, die ik niet alleen heb hoeven afleggen gelukkig. Het was opnieuw leren leven als het ware. Vernieuwing van denken moest plaatsvinden. Maar ik moest ook een nieuwe levenshouding aanleren. Ik heb moeten leren om naar mezelf te kijken door de ogen van God. In plaats van wat de wereld over mij zegt. 

God heeft me laten zien dat ikzelf hierin de keuze heb. En dat ik mijn beslissing mag nemen op basis van Gods woord. Ik heb al mijn schaamte af mogen leggen bij het kruis. Ik heb beleden en me afgekeerd. Ik heb besloten dat schaamte niet langer onderdeel van mijn leven is. Ik heb besloten naar mezelf te kijken zoals God naar mij kijkt, zoals ik dat lees in de bijbel, want dat is waarheid. Op het moment dat ik mijn juk van schaamte aflegde, ervoer ik zoveel vrijheid. Mijn wandel in dit leven werd makkelijker, mijn tred werd lichter. Ook al werd mijn situatie niet direct anders. Ervaar ik dat altijd zo? Nee, nog niet. Maar ik weet dat het is zoals God het zegt. Dat blijft waarheid, ook al gaat dat tegen mijn gevoel en ervaren in.  

Ik geloof dat het belangrijk is te beseffen dat we altijd een keuze hebben. Het is onze keuze om op een bepaalde manier te leven. Het is onze keuze om vast te houden aan bepaalde (negatieve) gedachtenpatronen. Het is onze eigen keuze om Gods waarheid te verkiezen boven leugens van de vijand. Ik besef me terdege dat het lang niet altijd een makkelijke keuze is. Het vraagt kennis van Gods waarheid die te vinden is in Zijn woord. Om die kennis te hebben vraagt discipline om in Gods woord te zijn en Hem te leren kennen. Het vraagt vastberadenheid, onderscheidingsvermogen, geloof en vertrouwen.

Vlak voordat het volk Israël het beloofde land introk, kreeg het volk de keuze. Ze konden voor het leven met God kiezen, wat zegen tot gevolg had. Of ze konden kiezen voor leven zonder Hem, wat vloek tot gevolg had. Ze hadden de keuze voor leven of dood. Ook al leef ik nu niet meer onder het oude verbond, God zij dank, toch heb ook ik dagelijks met keuzes te maken die gaan over leven met God of zonder Hem. Wie of wat heeft mijn focus. Laat ik wat Gods woord zegt mijn keuzes bepalen, of laat ik de wereld zeggen wat ik geloof?

Vandaag mag ik je uitnodigen om eens na te denken of jij nog bepaalde verkeerde denkpatronen los mag laten. Of jij misschien andere keuzes in je leven zou moeten maken dan dat je tot nu toe deed. Ga met God in gesprek, kijk eens eerlijk in de spiegel en vraag je af; Maak ik momenteel keuzes voor het leven of leidt dat waar ik zo vaak voor kies op lange termijn eigenlijk tot de dood? Deze uitnodiging is niet ter veroordeling bedoeld. Alle aanklachten zijn al aan het kruis genageld, in Christus zijn wij al volmaakt. Het is vanuit Gods liefde dat Hij je uitnodigt om voor het leven te kiezen. Hij is een goede God. Hij heeft nog zoveel meer moois voor je klaarliggen.

78. Perfectionisme (2)

Eerder deze maand had ik een gesprek met moeders van nog vrij jonge kinderen. Over de drukte van het leven en hoe ze het gevoel hebben de hele dag ‘aan te moeten staan’. Over hun streven naar perfectie. En hoe belachelijk dat eigenlijk is, want die hoge lat die ze zichzelf opleggen maakt het leven nog weer extra lastig. 

Inmiddels zijn we zo’n drie week verder en ik blijf maar denken aan dat gesprek, of eigenlijk vooral maar aan één woord. Perfectionisme. Iets waar ik al lang geleden mee heb afgerekend, maar dat nog regelmatig even om de hoek komt kijken en terrein probeert terug te pakken in mijn leven. 

Diezelfde nacht na dat gesprek maakte God me wakker en sprak Hij vrij duidelijk. Dat zijn van die momenten dat ik weet dat ik uit mijn bed moet om het op te schrijven, maar liever wil blijven liggen om verder te slapen. Nou is in ons nieuwe huis de gebedskamer tegenover onze slaapkamer, dus in vijf stappen zat ik op de bank met mijn schrift, pen en bijbel klaar. 

De Heer sprak het volgende:
‘Streef niet naar perfectie, Ik heb jou al perfect gemaakt’.

Dat was het. Eerlijk waar, ik was een beetje teleurgesteld. Was dit waar ik voor wakker moest worden? Ik heb hier allang mee afgerekend, me van bekeerd. Ik streef niet meer naar perfectie, dat hoort bij mijn oude leven. 

Toch, zoals ik al zei, bleef het de afgelopen weken wat in mijn hoofd doorzeuren. Ik begreep dat ik er een blog over mocht schrijven en misschien wel een video over mocht opnemen. Maar het schoot er elke keer bij in. Ik vond er niet de juiste woorden voor. Het weer zat niet mee. Er was te veel herrie om ons heen etc. Tot ik vorige week, tijdens het koken, me ineens realiseerde: ik wilde het weer perfect doen. Ik zocht naar de perfecte woorden, het weer voor de video moest perfect zijn en ik moest perfect weten wat ik zou gaan zeggen. Zelfs nu ik dit schrijf, bekruipt me opnieuw het gevoel de perfecte zinnen te moeten maken. Ik laat dat nu opnieuw direct weer los. 

Want die ene zin, dat wat God Zelf hierover zei, is natuurlijk waar. 

God heeft mij én jou al perfect gemaakt. God is de volmaakte Schepper, Hij maakt geen foutjes. Geen eentje, zelfs geen kleintje. En terwijl ik me hierover verwonder, realiseer ik me ook waar dat streven naar perfectie vandaan komt. Het is een drang die de vijand ons opdringt om ons zo klein mogelijk te houden. Want op het moment dat ik toegeef aan dat streven dan raakt dat ten diepste mijn drang aan om iets zelf te moeten verdienen. Ikzelf moet mijn best doen voor een perfect resultaat. Ikzelf moet zorgen voor het perfecte plaatje. Of dit nu gaat om een blog, een video, een opgeruimd huis, perfect opgevoede kinderen of wat dan ook. Ik ben degene die het perfect moet doen. Op deze manier heb ik opnieuw het juk van slaaf-zijn op me genomen. Waarmee ik eigenlijk het bloed van mijn Verlosser Jezus afwijs. 

Misschien klinkt dit heel extreem. En zeg jij bij jezelf ‘joh, dat valt wel mee, je moet er niet zo zwaar aan tillen’. Toch klinken dan opnieuw Gods woorden die tegen mij zeggen ‘Streef niet naar perfectie, ik heb jou al perfect gemaakt’. 

Hoe tof is dat! God heeft mij én jou, al perfect gemaakt. Wij zijn al perfect. Waarom ergens naar streven als ik het al ben? God wil dat ik in vrijheid leef. Ik hoef niet langer gebukt te gaan onder het juk van de leugen dat ik knetterhard moet werken om iets te kunnen bereiken dat ik allang ben. Het bloed van Jezus heeft mij al volkomen heilig, puur en rein gemaakt. Dat is de volkomen perfectie die ik zelf sowieso nooit had kunnen bereiken. Ik mag dit ontvangen, accepteren en aannemen. Met open handen en mijn hoofd omhoog met mijn ogen op Jezus gericht. 

Dit is genade. Zo zijn zonder er zelf iets voor te hebben hoeven doen. Alles door het offer van Jezus, mijn Verlosser, mijn Bevrijder. 
Dit vraagt vernieuwing van denken, steeds opnieuw. Elke keer als ik die drang naar perfectionisme vanuit mijn vlees naar boven voel komen, dan zal ik ervoor kiezen om te vertrouwen op wat er in Gods woord staat. Ik kies ervoor om te leven vanuit Zijn waarheid. Om te leven vanuit wie ik ben geworden in Christus, namelijk dochter van de Allerhoogste Koning.

2 Korinthe 5: 17-18, Hebreeën 10: 17, Johannes 8: 32

77. Het is écht één zelfde Geest

Inmiddels wonen we alweer een dikke twee maanden in Heerde. Na onze veertig dagen van rust en in stilte visie ontvangen aan de voeten van de Heer begon er bij mij wel van alles te borrelen. Zo’n beginnende bron die voorzichtig wat water omhoog laat borrelen. Ik ontvang ideeën, aandachtspunten, beelden en dromen. Allemaal over ons dorp en deze streek. Regelmatig vroeg ik aan de Heer ‘Hoe dan? Waar ontmoet ik mensen die geïnteresseerd zijn om mee te bouwen? Hoe benader ik mensen en wakker ik het verlangen naar meer van U aan?’

Telkens was God duidelijk, Hij sprak zowel naar Rombout als naar mij ‘Ik breng ze naar jullie toe, Ik breng ze op jullie pad’. Wat een fijne geruststelling, al bleef de vraag ‘Hoe dan?’ dus staan. 

Inmiddels hebben we hier antwoord op. God bracht inderdaad op een originele en creatieve manier mensen op ons pad waarvan ik geloof dat we samen mogen bouwen in Gods Koninkrijk. 

Allereerst ontmoetten we enkele weken geleden in een kerk in Epe een stel dat we nog uit Zwolle kenden. Zij nodigden ons uit voor een gebedsavond bij hen thuis waar we samen baden voor Epe, Heerde en omliggende dorpen. Tijdens die avond ontving ik een beeld van God over deze streek. Ik zag in gedachten een groot stuk afgesloten terrein. Het terrein stond vol met rotzooi, oude meuk, verroeste spullen van misschien wel eeuwen oud. Ineens zag ik werkmannen en graafmachines aankomen die het terrein gingen opruimen. De grond werd omgeploegd en er moest diep gegraven worden om goede vruchtbare grond omhoog te krijgen. Terwijl het beeld zich ontvouwde vroeg ik God ‘Heer, wat wilt U hiermee zeggen?’. God legde uit dat het grote opruim- en ploegwerk in deze omgeving gedaan is. De gebeden die jarenlang door Zijn trouwe gehoorzame kinderen zijn uitgesproken zijn hierbij van onschatbare waarde gebleken. Nu is het tijd om door te pakken, om te zaaien want de oogst is nabij. De grond is vruchtbaar, Ik zal het zaaigoed doen opkomen en laten groeien. Zaai! En ik zag vervolgens het terrein met de rechte voren waar lichtgroene plukjes gras uit de zwarte grond omhoog kwamen. 

Enkele zondagen later had God ons laten weten dat wij de kerkdienst in de grote Johanneskerk hier in Heerde mochten gaan bezoeken. Na de dienst kwamen wij tijdens het koffiemoment in gesprek met een ouder echtpaar. Ze hadden een prachtige getuigenis van wat God in hun levens had gedaan en we ervoeren ook bij hen de bewogenheid van God voor de mensen in dit dorp en de omgeving. Zij nodigden ons uit voor een interkerkelijke worship avond die op dinsdagavond ergens in het dorp zou plaatsvinden. 

Eerlijk gezegd zag ik er een beetje tegenop. Ik vind het altijd wat lastig om in nieuwe groepen binnen te komen en contact te maken. Toch zei God me dat ik mocht gaan en dat ik me mocht richten op Hem. Het zou een avond worden waar Hij groot gemaakt zou worden. Het bekende ‘Focus je op Mij’ klonk duidelijk in mijn binnenste. Dat haalde de druk van die avond af en ik begon ernaar uit te zien.

Wat een bijzondere avond werd het! God werd inderdaad aanbeden en groot gemaakt door zang, muziek, getuigenissen en gebed. Er werd schuld beleden en vergeving ontvangen voor pijnlijke dingen uit het verleden. Ook ervoer ik de vrijheid en aanmoediging van God om mijn beeld van hierboven te delen. Om te getuigen over hoe God ons naar Heerde heeft geroepen en Zijn bovennatuurlijke leiding hierin. Ik mocht woorden van leven en bemoediging uitspreken over deze mensen en deze streek. Tijdens die avond hoorden we van nog een stel dat geroepen is door God om ook te verhuizen naar Heerde. Zij deelde een beeld dat enorm leek op het mijne en opnieuw sprak over het verlangen van God om de harten van mensen in Heerde door Zijn Geest te laten aanraken. 

Aan het eind van de avond kwam de eigenares van het stuk land waar de aanbiddingsavond werd gehouden naar me toe. Ze vertelde dat dit prachtige weiland waar we op stonden bij hun huis hoorde. In dit weiland zijn nu voorzichtig korte frisgroene grassprietjes te zien die boven de donkere aarde uitsteken. De eigenares vertelde me dat toen zij daar kwamen te wonen dit weiland een braakliggend stuk land was. Ze hebben moeten schoonmaken, ploegen en met graafmachines wel twee meter diep moeten graven om goede grond naar boven te halen. Zij hebben het beeld dat ik in gedachten van God ontving, letterlijk voor hun ogen zien gebeuren. 

Ik stond vol verbazing en verwondering te luisteren naar wat ze vertelde. Opnieuw realiseerde ik me Gods grootheid en creativiteit. Het is één en dezelfde Geest die met ongeveer hetzelfde beeld, maar toch op verschillende manieren spreekt. Het kan geen toeval zijn dat verschillende mensen hier in en om Heerde aangeraakt worden om te helpen bouwen aan Gods Koninkrijk. Het zou me niet moeten verbazen dat wanneer God een plan heeft, Hij dit op Zijn eigen manier duidelijk maakt en bevestigt. Hij weet dat ik die bemoediging nodig heb om mijn hoop en verwachting aan te wakkeren. 

Terwijl ik die avond in de kring van aanbidders mijn verhaal en getuigenis deelde, ervoer ik een enorme liefde voor deze plek. Ik geniet al vanaf het allereerste moment dat we hier wonen van ons eigen stukje erf in en rondom de Aernt. Maar die avond ervoer ik zo duidelijk Gods liefde voor dit hele dorp. Hij heeft deze mensen stuk voor stuk lief. Of ze Hem nu kennen of niet. Of ze verlangen naar meer van de Geest of niet. Gods liefde is voor iedereen evenveel en onvoorwaardelijk tot in de oneindigheid. En ik geloof dat God deze plek aan het wakker schudden is. Er is nog zoveel meer te ontdekken, zoveel meer te leren en zoveel meer te ervaren van Gods Geest. Ik ben vol verwachting en kijk uit naar de prachtige dingen die we hier gaan meemaken.

2 Kronieken 7:14, Jesaja 43:18-19, 1 Korinte 12:4-6. 

76. Waarom ik schreeuwde naar God: “Nee Heer, dit wil ik niet!”

Momenteel zit ik in een fase waarbij ik het gevoel heb alles, maar dan ook alles van mijzelf op het altaar te leggen. Mijn hele eigen ik gaat er aan. Ik word langzaamaan afgepeld tot er niks meer van mijn eigen ik overblijft. Ik realiseer me dat het een louteringsproces is waarbij ik er uiteindelijk beter en mooier door word. Maar het proces zelf is best pijnlijk en confronterend. En heeft me al veel tranen gekost.

Vorige week had ik een droom. Waarbij ik in contact kwam met een moeder die net haar eerste kindje had gekregen. In mijn droom was de baby net een kwartiertje oud en ik mocht haar van alles uitleggen over het moeder-zijn. Over borstvoeding, over hoe het werkt met kraamhulp. Over hoe de kraamhulp voor haar en de baby zou zorgen. En dat ze om hulp mag vragen. Die moeder wilde namelijk alles zelf doen. Ze dacht dat dit van haar als moeder verwacht werd. 

Toen ik wakker werd vroeg ik God: Heer wat wilt U mij met deze droom zeggen? Waarop God me liet weten dat ik eigenlijk net als die kersverse moeder ben. Onze bediening is nog maar pas geboren, we wonen nog maar net op de plek waar God ons naartoe heeft geleid. En in het hele proces hiernaartoe en de tijd dat we hier zijn heb ik nauwelijks om hulp gevraagd. Omdat ik het niet nodig achtte. Maar ook omdat ik dacht dat ik de dingen zelf het beste kan doen. Dit is echt een oud patroon, omdat ik vanuit mijn verleden genoodzaakt was om alles zelf te doen en voor mezelf te zorgen.

God was best scherp (vond ik). Hij zei: 

Jullie bediening is nog maar pas geboren, je wilt de zaakjes goed op orde hebben. Maar laat ook voor je zorgen. Ik heb mensen om je heen gezet -en zal dat blijven doen- die jullie willen helpen, die jullie willen dienen. Wijs niet alles af. Doe niet alles zelf. Je onthoudt daarmee anderen de kans om mee te bouwen aan Mijn Koninkrijk. Laat hen zaaien zodat ook zij kunnen oogsten.

Die knalde wel binnen. 

Afgelopen anderhalf jaar, sinds God ons duidelijk heeft gemaakt dat Hij voor ons een andere plek beschikbaar had gemaakt waar wij mogen bouwen aan Zijn Koninkrijk, heeft Hij ons keer op keer gevraagd te zaaien. Met grote geldbedragen mochten we zaaien in plekken, in bedieningen van Gods waarheid. We hebben dat altijd blijmoedig gedaan. De eerste paar keer was best pijnlijk, maar we hebben er ook veel bemoedigingen voor terug gekregen. Als God een bedrag voor iets of iemand in ons hart legde, dan kregen we achteraf vaak de getuigenis dat dit precies op het goede moment was. Of we kregen er een profetisch woord voor terug. 

Vorige maand kregen wij allebei het gevoel dat we actiever op zoek mogen gaan naar partners in onze bediening. Dat we mensen mogen uitnodigen om te zaaien in het werk wat wij hier in Heerde mogen doen. Ook bij mij zit er dan blijkbaar nog steeds wat religieus denken dat ik hiermee eigenlijk bedel om geld. Dus we hebben hier enige aandacht aan besteed, maar niet al te veel. 

Tot we afgelopen weekend, toen we op de GreaterPowerConference waren, opnieuw door God uitgedaagd werden om onze laatste €200 te offeren. Ook toen deden we dat nog steeds met vreugde. Zaterdag bedacht Rombout dat hij nog in totaal €30 cash had, dat was mooi, want we wilden wel een beetje boodschappen doen dat weekend. Toch stretchte God ons, door ons op zondagavond te zeggen dat we al het geld uit onze portemonnee moesten offeren. Nu hebben we dus echt niks meer. Behalve een losse euro die nog in de badkamer ligt…

Ook dat was nog steeds prima. Mijn grootste struggle is nog niet eens dat we nu echt geen geld meer hebben. Mijn grote vraag naar God is: maar Heer, dit is toch niet het leven dat U belooft in Uw woord? God vraagt van ons hier op deze plek te wonen en te werken, wat we met liefde doen. Hij heeft meerdere keren gezegd: ‘Ik zal voorzien, vertrouw Mij’. 

Maar toch, momenteel vraag ik me vooral af waarom en wat kan ík nu nog doen?

Gister tijdens mijn hardlooprondje in de stromende regen was ik hierover met God in gesprek. En vlak nadat ik een zus in de Heer had gevraagd, ‘joh, wil jij eens aan God vragen wat Hij mij te zeggen heeft’. Omdat ik wat onzeker was geworden of ik Zijn stem nog wel goed verstond. Hoorde ik Gods stem het volgende zeggen: ‘Stel je kwetsbaar op. Laat mensen weten waar jullie doorheen gaan, laat mensen weten hoe gehoorzaam jullie zijn en wat het je kost. Want ook daarin mag je een voorbeeld zijn’. 

Toen God dit zei, schreeuwde alles in mij dat ik dit niet wilde doen. Daar liep ik, uitgeput van het rennen en net zo uitgeput van het strijden, door het groen, in de stromende regen. Ik zakte door mijn knieën en schreeuwde: ‘Heer, dit kan ik niet, dit wil ik niet.’

Eigenlijk vind ik wel dat ik genoeg van mijn leven heb laten zien, ook de moeilijke en pijnlijke dingen. Daarbij deel ik liever de succes-stories. De getuigenissen dat je vanuit een dal Gods redding ervaren hebt en nu in de overwinningsmood verder kan. 

Ten diepste zit er ook een oud levenspatroon dat weer de kop opsteekt. Het stukje van zelf willen doen. Waarbij God me nu laat zien hoe hoogmoedig en trots dit is. 

Nou, je ziet, ondanks dat ik het niet wil, doe ik het wel. Het is me, door Gods genade, wel gelukt. Niet op eigen kracht, absoluut niet. Maar vanuit Zijn genade en in gehoorzaamheid.

Ook getuig ik nog steeds met zekerheid dat God Jehova Jireh is. Onze Voorziener. Hij is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets. God blijft Dezelfde altijd. Dus Hij zal altijd blijven voorzien. Ik heb nu nog geen idee hoe. Ik weet wel dat God een God van verrassingen is. Deze periode test Hij onze gehoorzaamheid en ons vertrouwen in Hem. 

En hoe moeilijk ik het ook vind om nu toe te geven dat wij in deze fase van onze bediening zitten en alles in mij schreeuwt dat ik dit niet wil delen. Liever wil ik er zelf uitkomen en als we weten hoe U heeft voorzien Heer, dan deel ik wel wat er gebeurd is. Vraagt God me nu niet om dit pas op een later moment als succesverhaal te delen. Hij vraagt me nu om nederig en kwetsbaar te zijn. Hij vraagt me om dit nu al in alle eerlijkheid te delen. 

En Hij vraagt me om zonder schroom jou uit te nodigen om te zaaien in onze bediening. Gods opmerking dat ik jou, jullie de mogelijkheid ontneem om te zaaien én te kunnen oogsten, die vond ik echt heftig. Daarvoor wil ik je ook mijn verontschuldigingen aanbieden. In het Koninkrijk van God is dit namelijk een wetmatigheid. Lees maar in Filippenzen 4: 15-19, waarin ook Paulus getuigt over de gave die hij ontving van deze gemeente. Maar het ging hem niet om de gift, maar om de vrucht die hierdoor op hun geestelijke rekening toe zou nemen. 

Zo mag ik jou uitnodigen om te zaaien in onze bediening. Niet omdat wij het geld nodig hebben, maar om jou de gelegenheid te geven mee te bouwen aan Gods Koninkrijk zodat de vrucht op jouw geestelijke rekening zal toenemen. 

Ga dit niet doen omdat je medelijden met ons hebt, dat is niet nodig. Ga in gesprek met God en vraag Hem of jij degene mag zijn die in ons werk moet zaaien en zo ja, vraag dan voor hoeveel en hoevaak. Want dan kan je blijmoedig geven met je hart. En God heeft de blijmoedige gever lief. 

Afgelopen zondag hadden wij een inzegen-moment in ons huis. Misschien had je er al van gehoord. Door ons hele huis vinden we nog steeds op onverwachte plekken mooie zegeningen en bijbelteksten. Gister, na dat hardlooprondje zag ik een briefje met een wasknijper op ons wasrek gehangen waarop staat ‘Uw goedheid en liefde zullen mij volgen. Alle dagen van mijn leven’. 
Ook hing er een briefje op de deur waarop staat ‘voor jullie is de naam van dit huis, de Heer voorziet, Jehova Jireh’.

Hoe passend precies op het juiste moment. Een continue herinnering aan waarheid. Het is goed om me daarop te richten. Op Wie God is en wat Hij zal blijven doen.

Zaaien?

75. Het ambt van de profeet

Vandaag lees ik in Openbaring de zeven brieven aan de zeven gemeenten. Elke brief sluit af met ‘Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeente zegt’ (Openb 2:7,11,17,29, Openb 3:6,13,22). Deze terugkerende oproep raakt me en zet me stil bij de vraag of wij, als gemeente van God, Zijn bruid nog wel horen wat Zijn Geest zegt. Willen we het horen, willen we ons laten leiden door Gods Geest of zoeken we het liever zelf uit?

Sinds begin dit jaar volg ik de profeten-opleiding van Emma Stark in Schotland. Zo, het hoge woord is eruit. Ik ervaar al langere tijd, de roep van God om het ambt van profeet op te nemen. Maar heb het met maar weinig mensen gedeeld. Ik voelde een schroom, want het profeten-ambt is niet zo geliefd. Zelfs nu ik dit schrijf voel ik mijn hart sneller bonken dan normaal en vraag ik continu ‘Help Heer, moet dit echt?’

Toch voel ik de verantwoordelijkheid en weet ik dat God mij geroepen heeft. Dus terwijl de vraag continu door mijn hoofd gaat, hoor ik ook Gods antwoord. Hetzelfde wat Hij zoveel jaren geleden al tegen Jeremia zei: ‘Ik waak over Mijn woord om dat te doen’ (Jeremia 1:12). Waarmee God tegen Jeremia en net zo goed tegen mij, of wie dan ook, zegt dat Hij Zelf ervoor zorgt dat het woord wat we namens Hem spreken doet wat het moet doen. 

Ik zie een nieuwe generatie profeten opkomen. Profeten die opgeleid worden om de kerk te dienen. Om leiding te kunnen geven, om de stem van God te kunnen zijn. 

De profeten van het Nieuwe Testament, van het nieuwe verbond waarin wij nu leven, spreken nog steeds namens God. Het ambt van profeet is niet opgehouden te bestaan. 

Ik hoor en zie dat God ook dit ambt aan het herstellen is. Steeds meer profeten durven op te staan en de ruimte in te nemen die God geeft. 

De vijand heeft lange tijd angst voor de profeet gecreëerd. De kerk heeft lange tijd gedacht de profeet niet meer nodig te hebben. Het zelf te kunnen, maar zie wat het gebracht heeft. Wereldse visies, theorieën en filosofieën zijn langzaamaan de kerk in gesijpeld. De vijand kreeg steeds meer ruimte. Terwijl het woord van God niet langer leidend werd. Ik zie een omslag, in de kerken én in de persoonlijke levens van Gods kinderen. Er is een honger naar Gods woord, er is behoefte aan innerlijke vrede, ook onder de christenen. En er is een groeiend verlangen naar persoonlijke stille tijd met God.

Als profeten mogen we Gods hart met je delen. Zijn hart is er altijd op gericht om een ieder van ons dichter bij Hem te laten komen. God verlangt zo naar die hartsverbinding met ons. We spreken wat God Zelf tegen jou, tegen de kerk of tegen een natie wil zeggen. We spreken woorden die, hoe scherp ze soms ook klinken, altijd gericht zijn op het leven in volheid van God. Zodat we, als discipelen in Zijn Koninkrijk steeds mooier, steeds beter en steeds makkelijker kunnen wandelen in de goede werken die Hij al voor ons heeft voorbereid (Efeze 2:10).

Misschien vraag jij je af waarom zo’n profeten-opleiding eigenlijk nodig is. Wat wordt daar geleerd? Net als de apostel, leraar, herder en de evangelist heb ook ik goed bijbels onderwijs nodig. Ik wil op een bijbel-getrouwe manier profeet zijn. Als goede profeet zal ik mijn eigen kronen, mijn altaars en eigen agenda volkomen los moeten laten. Ik kan nog een heleboel groeien in durf, in moed, in opstaan en liefdevol scherp kunnen zijn. Er is nog een heleboel te ontdekken in de geestelijke wereld en hoe ik de dingen die ik zie en ervaar kan duiden.

Ik vind het allemaal ontzettend mooi en tof om hierin te groeien, te leren en te ontdekken. Tegelijk vaak zat ook spannend. Gelukkig heb ik een profetisch nest, een tribe die om me heen staat. Met wie ik samen mag ontdekken hoe en waar God me wil hebben. Ik kijk ernaar uit om komende jaren met hen op te trekken. Om elkaar aan te moedigen, te pushen en te stretchen. Ik ben God nu al zo dankbaar voor hen in mijn leven. Samen gaan we brullen als de Leeuw van Juda én zullen we zwijgen als het Lam. Precies wanneer God het zegt.

Zolang onze Heer leeft, zullen we spreken wat Hij ons zegt te spreken (2 kronieken 18:13).