74. De binnenkamer

Al enige tijd word ik getriggerd door de uitspraak ‘God opent de deur, God sluit de deur’. Of iets in die trant. In verband met ons nieuwe huis en het vele heen en weer gaan tussen ons oude en nieuwe huis heb ik de afgelopen tijd vele deuren open en dicht gedaan. Vaak wanneer ik dat deed dacht ik weer aan die uitspraak. Regelmatig vroeg ik me af of God wel werkelijk Degene is die de deur open of dicht doet. 

Ik weet dat God voor mij zorgt, ik weet dat Hij nabij is en dat Hij mij helpt. Ik geloof dat Hij Degene is die de mogelijkheden als het ware klaarzet. Dit doet Hij op verschillende manieren en in elke situatie op Zijn eigen creatieve manier. 

Enkele weken voordat wij de sleutel van ons nieuwe huis kregen zat ik met God en vroeg Hem hoe en wat over onze nieuwe plek. Er was nog zoveel onduidelijk. Wat moesten we wanneer gaan doen. En vooral, hoe zou ik weten wat God wilde dat ik zou gaan doen. Ik voelde me op dat moment zo onbekwaam en onzeker. Toen sprak God de volgende woorden: 

Ik geef je de mogelijkheden, maar je moet ze wel durven pakken. Ze zijn beschikbaar, maar durf je het aan? Het lijkt als springen in het diepe. Vertrouw Mij, spring met Mij, ren met Mij, mét Mij! Doe het met Mij. 

Zie je de voren? We hebben al samen geploegd. Het grote werk hebben we al achter de rug. Weet je nog, die momenten van pijn en verdriet? Die momenten van radeloosheid en eenzaamheid. Weet je nog toen het zo duister was dat je niks meer kon zien. Weet je nog toen je hoofd vol zat met aanklacht en leugens over wie je dacht te zijn? 

Op al die momenten was Ik bij je. Ik zat naast je toen je die vreselijke dingen voor je ogen zag gebeuren. Ik hield je hand vast toen je gedwongen werd te kijken terwijl je dat niet had moeten zien. Ik stond vlakbij en hield je overeind toen het zo vreselijk stormde in je leven. 

Toen je het gevoel had te verdrinken hield Ik je hoofd boven water. Ik riep je bij je naam. Ik gaf je adem. Ik leefde altijd al met jou. 

Ik heb je voorbereid.

Wat een geruststelling. Want als ik terugkijk op mijn leven zie ik de bevestiging van de woorden die God sprak. Ik kan blijven vertrouwen op Zijn aanwezigheid en Zijn leiding. 

Tegelijk mag ik ook steeds meer en meer vertrouwen op eigen vaardigheden. Dingen die ik van Hem geleerd heb. Begrijp me niet verkeerd, ik beweer niet dat ik nu vertrouw op mijn eigen kracht of dat ik dingen ga doen vanuit mezelf omdat ik het zo goed kan. Het is altijd God! Zijn kracht in mij die me in staat stelt te doen wat Hij vraagt. Maar ik geloof wel dat door alle heling, door alle inzichten en vooral door Gods woord en waarheid mij eigen te maken, ik veel meer en beter kan zien wat Gods plannen en ideeën zijn. Hierdoor kan ik zelf met meer zekerheid de juiste deur openen en doorgaan. God reikt de mogelijkheden aan. Hij heeft de mogelijkheden al voorbereid. Net zoals ons nieuwe huis al klaar was op het moment dat wij de sleutel ontvingen. Onze voordeur was klaar om te openen. Maar, ik moest wel de sleutel in het slot doen, de sleutel omdraaien en de deur open duwen. Alleen zo kon ik naar binnen lopen. Zo kon ik mijn belofte van God pakken en me toe-eigenen. 

Zo is het ook in het geestelijke, we hebben sleutels van God ontvangen om deuren te openen. En te sluiten. God legt beloftes op onze levens. Hij maakt de wegen klaar zodat we de goede werken kunnen doen tot eer van Hem. Maar dat vraagt van ons actie. We komen in het natuurlijke ook nergens wanneer we blijven stilstaan. 

Afgelopen tijd heeft God mij weer zo bepaald bij het belang van de ‘binnenkamer’ (Mat 6:6). Door bepaald gedrag van mensen om mij heen begon ik te twijfelen of ik wel goed in staat was Gods stem te verstaan. Maar, ook mijn binnenkamer heeft een deur. We lezen in de bijbel over het belang van het sluiten van de deur van de binnenkamer. Om de deur te kunnen sluiten, moeten we hem eerst opendoen. Ik durfde niet zo goed meer mijn binnenkamer in te gaan, vanwege het risico dat ik het verkeerd zou horen en daardoor verkeerde beslissingen zou nemen. Ook werd ik bang voor het risico dat God iets van mij zou vragen wat te ver buiten mijn comfortzone zou liggen. Ik ben het wel gewend uit te moeten stappen. Maar wat nou als het te veel van mij zou vragen? Wat als zou blijken dat ik het niet aankan, dat God mij te hoog inschat zeg maar. 

Toch merkte ik, al binnen 24 uur, dat ik het miste. Ik hield me schuil, maar op de verkeerde plek. De manier waarop ik gewend was te leven, met relaxtheid en vertrouwen op God in mij, was weg. Ik kan je verzekeren, het leven kost dan een stuk meer energie! Juist dan leef ik op eigen kracht. Terwijl ik me dit realiseerde, koos ik ervoor om toch mijn binnenkamer weer in te gaan. Ik was degene die de deur van mijn binnenkamer open moest doen. Ergens in de geest hoorde ik de Heer al roepen. Opnieuw kwam Hooglied 2 omhoog. God riep mij, Zijn bruid, tevoorschijn. Hij zag mij zitten in mijn eigen gecreëerde rotsspleet. Terwijl ik ook gewoon bij Hem in Zijn schaduw had kunnen zitten. Hij nodigde mij uit om in Zijn aanwezigheid te zijn. Om weer gewoon met alles wat ik op dat moment ervoer, al mijn twijfels en onzekerheden aan Zijn voeten te zitten. Zodat Hij me kon overladen met Zijn goedheid, Zijn vrede en Zijn waarheid. 

Al vanaf het moment dat ik hiertoe besloot, ervoer ik Gods diepe vrede. Terwijl ik op de knieën ging en gewoon ‘was’, voelde ik hoe elke onzekerheid en elke twijfel van me afgleed. Aan Zijn voeten voelde ik me weer compleet en wist ik me veilig en geliefd, precies zoals ik me behoor te voelen. 

Op deze plek herinnerde God mij eraan dat ikzelf de deuren kan openen en sluiten. Aan Zijn voeten besloot ik opnieuw gehoorzaam en beschikbaar te zijn, wat Hij me ook vroeg. Ik weet dat ik Hem meer kan vertrouwen dan mijzelf. Zijn geloof in mij is groter dan dat van mijzelf. God weet dat ik alles kan wat Hij me zal vragen. Hij heeft me voorbereid. Ik hoor in deze tijd. Op deze plek.  

De deur die ik nu elke dag open, dat is mijn deur, de deur die God in het natuurlijke al voor mij had bestemd. Daarnaast open ik ook elke dag de deur naar mijn binnenkamer. Om in de schaduw van de Allerhoogste, in Zijn licht te zijn. Want bij Hem is de bron van het leven. In Zijn licht zien wij alles in het juiste licht. Vanuit daar kunnen wij lichter door het leven gaan. 

Ik nodig jou namens God uit, om ook dagelijks de binnenkamer in te gaan. Om elke dag in het geestelijke de deur naar Hem te openen. Om in alle vrijmoedigheid Hem te ontmoeten en van Hem te ontvangen wat we nodig hebben en wat Hij jou wil geven. Zodat je beter zicht hebt op welke andere deuren je de rest van die dag open mag doen. 

Mattheüs 6: 6, Hooglied 2: 14, Efeze 2: 10, Psalm 36: 10, Hebreeën 4: 16

73. Drie strategieën van de vijand

Heel regelmatig ervaar ik om mij heen een zekere angst voor onze vijand. Wat bijbels gezien onterecht is. Door het aanvaarden van Jezus als mijn Verlosser mag ik weten dat Jezus in mij woont. Vanuit die wetenschap heb ook ik, door de overwinning van Jezus de duivel al overwonnen! Ik hoef niet meer te strijden voor een overwinning, dat heeft Jezus al lang geleden gedaan. Ik mag vanuit díe overwinning strijden en zo de vijand weerstaan. God belooft in Zijn woord dat de vijand dan van me zal wegvluchten (Jakobus 4:7). 

Er is dus geen angst nodig. Wel is er kennis nodig. Ken de strategie van je vijand, zodat je weet hoe hij te werk gaat. Als je een sport beoefent zul je misschien herkennen dat bij een goede voorbereiding het verstandig is om de tactieken van je tegenstander te kennen. Dit kun je ontdekken door wedstrijden van de tegenstander te bekijken. Zo kan je beter voorbereid de wedstrijd beginnen en de tactieken van je tegenstander makkelijker herkennen en pareren.

Precies hierom is het ook belangrijk om de strategieën van de vijand te kennen. Niet om hem meer aandacht te geven en daardoor meer eer te geven. Dat is niet wat hij verdient. Maar zodat we beter weerstand kunnen bieden en met meer kracht rechtop door het leven kunnen gaan. 

Tijdens één van mijn lessen aan de profetenschool van Emma Stark die ik momenteel volg werd onze aandacht gevestigd op Genesis 3: 1-6 (pak het er gerust bij) en wat we daaruit kunnen leren over de strategieën van de vijand. In het algemeen probeert de vijand altijd twijfel te zaaien. Twijfel is precies het tegenovergestelde van geloof. Om twijfel geen kans te geven is het goed te weten hoe de vijand twijfel probeert te zaaien. Vanuit Genesis 3 leerde ik 3 strategische manieren. Het me bewust zijn van deze strategieën heeft mij afgelopen weken echt geholpen om stevig en met meer vertrouwen de dingen te doen waar God me toe uitnodigt. Komende week heb ik een conferentie waar ik ondergedompeld ga worden in bijbels onderwijs en waar ik ook aangemoedigd zal worden om uit mijn comfortzone te stappen. Ik kan dan vooraf al in de verleiding komen om het op te geven, juist door de twijfel die de vijand zaait. Ik hoop dat ik door deze kennis te delen, jou ook aanmoedig om niet bij voorbaat al toe te geven aan de twijfel. Wij zijn niet gemaakt om ons te laten leiden door twijfel, maar om vanuit Gods kracht te wandelen in de werken die Hij voor ons heeft voorbereid (Efeze 2: 10).

Hieronder de drie punten.

1 De vijand trekt de stem van de Heer in twijfel. (vers 1) 

De duivel vraagt aan Eva of het klopt dat God gezegd heeft dat… De duivel laat Eva twijfelen aan wat God Zelf tegen hen heeft gezegd. Zo probeert de duivel ons ook zo vaak te laten twijfelen aan de waarheid van wat God zegt. We gaan twijfelen over wat er in de bijbel staat. ‘Het kan toch niet  voor deze tijd nog steeds zo gelden?’ Toch mogen we weten dat de Bijbel Gods betrouwbare woord is. 
Misschien heb je in het verleden wel eens een profetisch woord ontvangen, of heeft de Heilige Geest Zelf tot jou gesproken tijdens je stille tijd met Hem. Toch kunnen er leugens in je denken naar binnen sluipen waardoor de vijand twijfel in je binnenste zaait over het woord van God. Als Gods beloften lang uitblijven, kan de gedachte in je hoofd opkomen ‘Heb ik het toen wel goed gehoord, is het wel echt waar?’ Op deze manier zaait de vijand twijfel over dat wat God heeft gezegd. Maar zoals we in Num 23: 19 en in Titus 1: 2 kunnen lezen is onze God geen God die kan liegen. Elk woord wat God spreekt heeft een doel. Het zal niet vruchteloos tot Hem terugkeren, maar het zal doen wat God wil (Jes 55: 11). 

2. De vijand trekt Gods karakter in twijfel (vers 4&5).

We leren God kennen door Zijn woord. Hij is een goede God, een liefdevolle Vader die al het goede in overvloed voor ons heeft klaar liggen. Net als de vader bij de gelijkenis van de verloren zoon, zegt God tegen ons ‘alles wat van Mij is, is van jou’. Zo goed is God. Bij Hem is het niet net genoeg. Alles is volkomen. Volkomen heelheid, reiniging en heiliging, volkomen vergeving etc. 
De vijand laat ons hieraan twijfelen, hij fluistert ons leugens in dat het allemaal alleen voor de hele goede christenen is. Voor hen die altijd in alles Zijn wil doen. Voor de mensen met veel energie of wat dan ook. De vijand laat ons twijfelen aan Gods volmaakte en onvoorwaardelijke liefde en trouw voor ons persoonlijk. Zelf word ik regelmatig aangevallen op de oneindige zegen van God. Dan komen er gedachten in mij naar boven van ‘ik heb nu al zoveel zegen/genezing/heling/etc ontvangen, nu zal het wel een keertje klaar zijn’. Waardoor ik niet meer met overtuigd geloof durf te gaan staan in dat wat God mij zo graag wil geven. 

3. De vijand zaait twijfel over onszelf en wie wij zijn. (vers 5&6).

God had de mens al naar Zijn beeld geschapen. Maar vervolgens beweert de duivel dat de mens pas na het eten van de vrucht op God zal gaan lijken. Maar de mens leek al op God, het eten van die vrucht was helemaal niet nodig. De duivel liet Eva twijfelen aan wie ze was, namelijk het evenbeeld van God.
Zo probeert de duivel mij met zijn leugens te laten twijfelen over mijn identiteit in God. Hij valt mij aan op wie ik ben: een heilig, rein en innig geliefd kind van God. Hij laat me twijfelen aan de roeping waar God mij bekwaam voor maakt. Hij probeert mijn focus op de natuurlijke omstandigheden te richten (vers 6 bij Eva). Waardoor ik eerder ga denken in onwaarschijnlijkheden of misschien zelfs in onmogelijkheden. 
Hij probeert mij op mijn gevoel van onwaardigheid of tekortkomingen te richten. Waardoor ik ga twijfelen aan dat wat God zegt wie ik ben. Namelijk uitverkoren (1 Petr 2: 9) en een geliefd kind van God (Joh 1: 12).

Ik bid dat deze blog je tot zegen is en dat je overtuigt bent en blijft van al Gods waarheden. 

Liefs, 

Henriëtte

72. Het rode fietsje

Deze week doe ik mee aan de klanktaalweek van Debora’s Faith Movement (DFM). Een week lang zetten we elke dag een uur apart voor de Heer om hardop in klanktaal te spreken. Voor meer informatie hierover verwijs ik je naar haar website. Anders wordt het hier een te lange blog. Vandaag zitten we op dag 4 en hoewel ik mijn laptop opende om een kort verslagje hierover te schrijven kreeg ik het sterke gevoel dat ik er een hele blog aan mag wijden. Bij deze.

Het is bijzonder om te zien dat ik de titel ‘Het rode fietsje’ al eerder deze week had bedacht. Het was al mijn plan om dit beeld wat ik een paar week geleden had ontvangen te verwerken in een blog. Toch wilde de blog niet vlotten en bleef het bij de titel. Tot vandaag. 

Zojuist heb ik mijn klanktaaltijd afgerond en ik ben er nog wiebelig en overwhelmed van. Het was zo prachtig, zo helend, zo bevrijdend en genezend. Tegelijk zo persoonlijk dat ik wel even getwijfeld heb of ik het hier moet delen. Twijfels omdat ik me afvraag wat jullie wel of niet zullen denken. Wordt het niet te zweverig, gaan jullie me geloven of denken jullie dat ik me aanstel en een te grote verbeelding heb? Terwijl die vragen bij mij opkomen moet ik ook denken aan wat ik eerder appte in een groep als reactie op een soortgelijke opmerking van iemand anders ‘Da’s het mooie en relaxte van God. Hij nodigt uit, wij mogen instappen, meebewegen en Hij zorgt voor de rest’. Dus ik beweeg mee en geef gehoor aan Zijn aanmoediging om te delen. Zodat het jou tot zegen gaat zijn. 

Ik begon vandaag mijn klanktaaltijd terwijl ik nog wat laatste bloesjes van onze zoon aan het strijken was. Ik nodigde God uit om te spreken en ik bad dat ik Zijn stem mocht horen. Direct hoorde ik in mijn hoofd de woorden ‘Vertrouw Mij. Zoals jij nu de kreukels wegstrijkt, zo strijk Ik ook al jouw kreukels glad’. 

Wat hou ik hiervan, dit soort momenten dat ik God zo duidelijk kan horen. Ik weet dat ik hier regelmatig over deel, maar eerlijk gezegd is het lang niet altijd zo duidelijk hoor. 

Terwijl ik verder bad werd ik herinnerd aan het beeld van een rood fietsje dat ik een paar week geleden voor iemand ontving. Zo’n klein fietsje waar je het fietsen mee leert. Waar je eerst met zijwieltjes fietst, later met nog maar één zijwieltje en daarna zonder! In dat beeld werd benadrukt dat het leven een leerproces is. Waarbij God de Vader continu bij je is. 

Het is net zo’n proces als wanneer je leert fietsen. Uitgaande van een gezonde opvoedsituatie.  Je aardse vader weet wanneer het tijd is om één zijwieltje van je fiets af te halen. Hij moedigt aan. Hij loopt met je mee, houdt je eerst misschien nog vast. Hij weet ook wat een veilige plek is om het fietsen te oefenen. Daarna het tweede zijwieltje eraf. Opnieuw houdt je vader je aan de achterkant vast, je voelt misschien zijn hand in je rug. Je voelt hoe hij een duwtje geeft en daarna loslaat maar nog wel meerent. En als je toch nog een keertje valt, omdat je twijfelt of bijvoorbeeld door een oneffenheid op het pad uit balans raakt, dan vangt hij je op en zet je weer rechtop. Hij moedigt je aan om het gewoon weer te proberen en hij blijft er opnieuw bij. 

Dit leerproces hangt allemaal af van of jij je vader vertrouwt in dit alles. Durf je op hem te leunen, op zijn wijsheid en zijn inzicht. Vertrouw je erop dat hij voor je zorgt?

Zo is het ook met God onze Vader. Zoals een aardse vader voor je zorgt in dit leerproces, zo wil onze hemelse Vader ook voor ons zorgen. Ik was geraakt door het beeld. En terwijl ik doorbad vroeg ik God ‘Welke kreukels wilt U bij mij nog gladstrijken?’ Opnieuw klonk daar direct Zijn stem met Zijn antwoord ‘Jouw beschadigde vertrouwen. Jouw gedachte dat jij de enige bent die het beste voor jezelf kan zorgen. Dat is een leugen, breek daarmee. Ik zorg voor jou. Ik ben jouw Vader. Vertrouw Mij volkomen’. 

Wow, deze kwam binnen. En ik riep tot God: ‘deze leugen zit zo diepgeworteld Heer. Heel mij, heel mijn gewonde hart, leer me hoe ik kan leven in volkomen vertrouwen’.‘Net zoals je nu fietst in het het vertrouwen dat je in balans blijft, zo mag je leven in het vertrouwen dat Ik je in balans houd. Laat Mij die wortel eruit trekken. Laat Mij je helpen. Geef je aan Mij over’! Klonk het in mijn hoofd.

En ineens zag ik mezelf en ik zag een soort wortel van een plant die letterlijk van top tot teen in mijn hele lichaam vast zat. Ik ging rechtop staan. En terwijl ik hardop doorbad wist ik dat ik me moest uitstrekken. Alleen zo kon God Zelf die wortel er helemaal uittrekken. Het was zo bevrijdend, alsof er ineens allemaal extra ruimte in mijn lijf was. Het is moeilijk te omschrijven, maar ik was daarna ook echt anders. Mijn hele lichaam voelde wiebelig en ik kon niet anders dan door mijn knieën en met mijn aangezicht op de grond om God alle eer te geven die Hij verdient. Wat een genade en wat een rijkdom om zo in Zijn aanwezigheid te zijn. Ik voel me schoon, opgelucht en mijn hart stroomt nu nog steeds over van vreugde en dankbaarheid. 

Ik geloof dat God elke kreukel in ons leven wil gladstrijken. Elke opgelopen verwonding, elke leugen die we ons eigen hebben gemaakt en als waarheid zijn gaan beschouwen, al het onrecht wat ons is aangedaan en waardoor we nu nog steeds gebukt door het leven gaan, God wil dat helen. Hij wil ons bevrijden. Ook dat is waar Jezus’ bloed voor heeft gevloeid. Opnieuw kom ik dan terug bij het rode fietsje. Ik geloof namelijk dat het met een reden een rood fietsje is. Het rode bloed dat reinigt, dat heelt, dat bevrijdt. Volkomen en compleet. Omdat onze God volkomen te vertrouwen is. 

Het is mijn gebed dat ook jij steeds meer en steeds volkomener God durft te vertrouwen. Dat je bevrijding zult ervaren op de plekken waar dat nodig is. Vertrouw erop dat God het je zal laten zien. Laat je vullen met Gods liefde en genade. Geef je volkomen over aan God de Vader. 

Hij is het waard en jij ook!

71. Van kabbelend beekje naar wilde waterstromen.

Tijdens één van mijn wandelingen met God liepen we langs een rustig kabbelend beekje. Aan de waterkant lagen prachtige gladde stenen, ze lagen te glinsteren en weerkaatsten het zonlicht waardoor het bijna pijn deed aan je ogen om de stenen te bekijken. Terwijl we verder liepen besprak ik met God waar ik momenteel mee bezig was. Wat me dagelijks bezighield. Hoe ik met bepaalde mensen en situaties om moest gaan. Ik vroeg Hem om wijsheid bij bepaalde gesprekken die op de planning stonden. Er waren ook bijbelgedeeltes die ik niet begreep waarover ik Zijn uitleg vroeg. Er zijn zoveel verschillende predikers en daarmee net zoveel verschillende uitleggen. Hoe kies ik de juiste, hoe hoor ik het goede?

Terwijl we zo langs het water wandelden, werd het rustige kabbelende beekje een steeds stevigere waterstroom. Er lagen grote rotsachtige stenen aan de waterkant en het water stroomde steeds harder. Inmiddels wandelden we echt wel langs een rivier. Terwijl we daar langs de kant verder liepen merkte ik op hoeveel lawaai de rivier eigenlijk produceerde en ik moest denken aan hoe ik soms in mijn leven ervaar dat alles om mij heen ‘lawaai’ produceert. Ik vroeg God hoe ik ondanks alle drukte en onrust van de wereld waar ik in leef, toch gericht kan blijven op Hem. Terwijl ik dat vroeg, nam God me mee naar de rivier. Hij nam me bij de hand en leidde mij het water in. Ik liep mee en ondertussen lette ik goed op waar ik mijn voeten neerzette. De rivier was behoorlijk wild, ik kon zomaar kopje ondergaan. Ondanks het geraas van het stromende water hoorde ik ook de stem van mijn Vader: ‘Kijk naar Mij, volg Mij.’ En ik realiseerde me dat ik helemaal niet naar beneden hoefde te kijken. Ik hoefde niet precies uit te zoeken waar het veilig en verstandig was om mijn voeten te plaatsen. Luisteren en doen wat de Heer mij zei was voor mij veilig en verstandig. Mezelf volkomen toevertrouwen aan Zijn leiding. En terwijl ik zo met de Heer meeliep, realiseerde ik me ineens dat ik bovenop een rots stond. Een Rots, midden in de rivier van levend water. Hier was niks dreigends meer aan. Een diep gevoel van vrede overstroomde me. 

Afgelopen weken heb ik meerdere dagen achter elkaar tijd genomen om te bidden en te vasten. Ik ben ervan overtuigd dat dit één van de manieren is waarop ik gehoor kan geven aan Gods oproep om me te focussen op de Heer. Zo aan het begin van het jaar kijk ik dan samen met God terug en vooruit. En ik realiseerde me dat ik ontzettend veel mooie dingen in Zijn koninkrijk mag doen. Ik mag bij mooie organisaties werken en zo tot zegen zijn. Laatst mocht ik me voorstellen tijdens een meeting en vertellen wat ik in het dagelijks leven doe. Maar ik merkte een bepaalde schaamte, ik kan het niet goed uitleggen. Het was alsof ik een stemmetje hoorde fluisteren ‘doe niet zo stoer, wat zullen ze wel niet van je denken’. Ik baalde meteen, want dit is een oude, steeds terugkerende fluistering. De gedachte ‘wat zullen ze wel niet van je denken’ komt regelmatig in verschillende situaties terug. Regelmatig moet ik me hier opnieuw van bekeren. Het zorgt voor valse bescheidenheid en daarmee ten diepste ook trots. Want het betekent dat ik mezelf lager inschat dan dat God dat doet. Het betekent ten diepste dat ik de waarde die God mij geeft niet erken. Waardoor ik eigenlijk mijn eigen ideeën hoger acht dan Gods ideeën. Misschien klinkt je dit wat overdreven of vergezocht, toch geloof ik dat dit het gevolg is van een verkeerde focus hebben. Ik geloof dat dit is waarom God mij keer op keer oproept om me te focussen op Hem. Voor mij is dit de reden, de noodzaak zelfs, om me Gods woord eigen te maken. Om te weten wat Zijn waarheid is. Om het niet alleen te weten maar ook te geloven en als waarheid te omarmen. Ik mag hierin blijven ontdekken en groeien. Wanneer ik mij focus op Gods aangezicht, dan ervaar ik Zijn vrede continu. Wanneer ik mij laat overspoelen door Gods aanwezigheid hoef ik geen angst te hebben. Dan sta ik met beide voeten stevig op de Rots. Dan sta ik met beide benen stevig in die rivier van levend water. Levend water dat me helpt om alles in het juiste perspectief te zien. In Gods aanwezigheid ontstaan er nieuwe frisse ideeën. Ik ontvang wijsheid en een heldere blik. Zodat ik goed van kwaad kan onderscheiden. 

Dat alles dankzij de juiste focus.

70. Stap uit de rotsspleet en focus je op Mij

Opnieuw schrijf ik over de verzen uit Hooglied 2 die ik ook al in blog 68 noemde. Duifje van me, kom uit je rotsspleet! Kom uit je schuilplaats in de rots! Laat me je zien, laat mij je stem horen. Want jouw stem klinkt mij als muziek in de oren. En je bent zo mooi! (Hooglied 2: 14, BasisBijbel).

Maar nu met een andere focus. Dat is één van de mooie dingen van de Bijbel. Gods woorden kunnen meerdere en vernieuwende betekenissen hebben. Een tekst die je al jarenlang kent en met je meegaat kan zomaar ineens een totaal andere openbaring geven. Dit betekent niet automatisch dat je vorige gedachte hierover verkeerd was. God laat ons de dingen zien, precies op het goede moment. 

Ik geloof nog steeds dat God me de vorige blog liet schrijven en dat het Zijn oproep was aan een ‘bepaalde doelgroep’ om (meer) in het licht te stappen. Het licht wat Hij al laat schijnen voor hen. Ik geloof ook dat ik deze blog mag schrijven voor een andere ‘bepaalde doelgroep’. Met deze blog deel ik eigenlijk mijn eigen struggle, omdat ook ik vaak zat tot deze ‘bepaalde doelgroep’ hoor. 

Stel je hebt besloten om uit die rotsspleet te komen, je hebt de stap gezet. Je staat dus in dat licht, maar wat nu? Ik wil je allereerst eren voor het feit dat je gehoor hebt gegeven aan Gods oproep om uit het verborgene te komen. Dit geeft aan dat je ernaar verlangt om Gods wil te doen. Ook als jij er nog niks van snapt. Ook als het buiten je comfortzone is. Gods koninkrijk heeft mensen zoals jij en ik nodig. En God weet dat, Hij weet precies waar, hoe en wanneer Hij ons het beste in kan zetten. 

Maar… als je bent uitgestapt en je staat in dat licht, wat dan? 

Eerlijk gezegd vind ik het licht best fel. En terwijl ik hier zo sta, vind ik dat wat daarbuiten is vrij donker. Ik zie de dingen niet zo duidelijk om mij heen. Ik zie nog niet zo duidelijk voor me wat ik mag doen, hoe ik van betekenis kan zijn hier in dit licht. 

Begrijp me goed, dit betekent niet dat ik denk dat ik niet betekenisvol kan zijn of al ben. Iedereen is op zijn/haar eigen manier van betekenis.

Maar terwijl ik daar zo sta in die lichtbundel, vraag ik God ‘wat nu? Ik voel me zo onbekwaam, waarom ik, waarom wilt U dat ík hier sta?’ En opnieuw hoor ik de woorden uit Hooglied 2. Maar deze keer ligt de nadruk op het feit dat Gód mij wil zien. Híj wil mijn stem horen. Op dat moment ervaar ik de uitnodiging van God om gewoon bij Hém te zijn. God nodigt mij uit. Zonder veroordeling, zonder een voorwaarde. Gewoon omdat Hij mij kent, Hij alles van mij weet en Hij ernaar verlangt om met mij samen te zijn. Hij verlangt ernaar om mij te zegenen met Zijn aanwezigheid. Hij weet dat het tot zegen voor mij zal zijn om met Hem samen te zijn.

Ik zie veel mensen om mij heen prachtige dingen in Gods Koninkrijk doen. Er wordt gezaaid en er wordt geoogst. Maar… hoe weet ik of ik kan gaan zaaien of oogsten, wat mag wanneer én wat is de beste manier? Om dit te weten heb ik het nodig om dicht bij God te leven. Ik verlang ernaar om gehoor te geven aan Gods verlangens voor mijn leven. Maar waar kom ik het beste tot mijn recht en hoe deel ik dat met de wereld om mij heen?

Het grote gevaar voor elke christen is denk ik om mee te gaan in de cultuur van deze wereld. Dit willen we niet en we waarschuwen elkaar hiervoor. Op sommige vlakken is het gemakkelijk aan te wijzen. We kunnen beter niet die films of series kijken, we kunnen beter niet die boeken lezen of die plekken bezoeken. Maar bepaalde wereldse denkstructuren zijn ook onze christelijke denkwereld binnengekomen. Vaak ben ik me er niet eens van bewust en is het op een geniepige manier binnengesijpeld. Het heeft grond gevonden om te wortelen en zo een plek veroverd in mijn denken. 

Afgelopen zondag was ik hierover in gesprek met mensen in mijn huisgemeente. Na het centrale gedeelte hebben we de mooie gewoonte om in kleine groepjes uiteen te gaan en door te praten over het thema van die ochtend. We hadden het erover wat ons in de weg stond om ons meer bezig te houden met God en met Zijn Woord. Controle, mensenvrees, please-gedrag en resultaatgerichtheid kwamen naar boven. Typisch gedragingen die voortkomen uit de wereld waarin wij leven. 

Mijn eigen grote valkuil is mensenvrees, angst voor wat mensen van mij vinden, over mij zeggen. De vraag of anderen op basis van wat ik zeg of schrijf gaan bepalen hoe ze naar me kijken. Er zijn periodes dat ik die angst laat bepalen wat ik zeg of schrijf. Of beter gezegd, wat ik niet zeg of toch maar niet schrijf. Ik heb ontdekt dat dit ook vaak gepaard gaat met mezelf verschuilen in de rotsspleet. Denken dat ik veilig ben voor de blikken van de wereld, terwijl het eigenlijk schijnveiligheid is. Het is een soort vicieuze cirkel. Mijn mensenvrees krijgt de overhand waardoor ik stop met schrijven, stop met praten en me schuil hou in mijn eigen veilige bubbel.

Precies wat de vijand wil. 

Maar juist het tegenovergestelde van wat God voor mij wil.

Hij verlangt ernaar mij te zien. Hij verlangt ernaar om mij in Zijn licht te zetten omdat Hij ernaar verlangt dat ik mij in alle vrijheid durf te bewegen. Hij kijkt vol verwachting naar mij uit. Hij heeft mij met een doel geschapen en Hij is verlangend om mij te zien schijnen en schitteren terwijl ik in Zijn plan wandel en leef. 

Om zo te kunnen leven zal ik toch eerst uit die rotsspleet tevoorschijn moeten komen. God roept mij om in Zijn aanwezigheid te zijn. In Zijn aanwezigheid zal ik ook vervuld raken van Zijn aanwezigheid. Wanneer ik bij Hem ben, kan Hij Zijn hart met de mijne verbinden. Wanneer ik op Hem gericht ben kan Hij mijn gedachten met Zijn waarheid vullen. Wanneer ik bij Hem ben kan Hij mij overladen met Zijn vrede en vreugde. Wanneer ik besluit in Zijn aanwezigheid te zijn kan Hij Zijn licht laten schijnen op verkeerde denkpatronen. Hij laat mij in Zijn wijsheid zien waar ik mij van mag afkeren en laat mij nieuwe, betere manieren zien. Hij weet wat goed is voor mij. Hij weet dat ik het beste van Hem kan ontvangen wanneer ik uit de rotsspleet stap en me in Zijn aanwezigheid begeef. 

God kent mijn hart, Hij weet wat mijn angsten en mijn valkuilen zijn. Eind vorig jaar nodigde Hij mij al uit om me op Hem te focussen. Het was een uitnodiging die op verschillende manieren tot mij kwam. Met het oog op de dingen die ik dit jaar zal gaan ondernemen, begrijp ik goed waarom God mijn aandacht hierop gevestigd heeft. Het is belangrijk om continu mijn oog op Hem gericht te houden. Wanneer ik om me heen kijk laat ik me zo vaak en zo makkelijk afleiden. Dat is de manier waarop ik, vaak zonder me er echt bewust van te zijn in oude valkuilen stap. Zonder Zijn liefde, Zijn visie, Zijn waarheid én Zijn leiding bestaat het gevaar om weer in die vicieuze cirkel te belanden van angst en verstoppen. 

Dus, ik kies ervoor om gehoor te geven aan Gods verlangen om tijd met Hem door te brengen. Ik geloof dat ik in Zijn aanwezigheid, in Zijn licht het beste tot mijn recht kom. 

Ik stap uit die rotsspleet en focus me op Hem. Doe je mee?!

69. Een brief voor jou

Lief mensenkind, 

Jij bent van Mij, Ik heb jou bij je naam geroepen, Ik heb jou bestemd voor deze tijd.

Al voor de grondlegging van deze wereld was jij Mijn uitverkorene. 

Ik heb jou gemaakt om Mijn kind te zijn.

Ik liet Mijn Zoon los om jou te kunnen omarmen. 

Deze waarheid is voor jou. 

Blijf je hoop op Mij vestigen, blijf je focus op Mij gericht houden. 

Kijk niet rechts, kijk niet naar links of ergens anders om je heen. 

Kijk omhoog en weet dat Ik God ben. De Eeuwige, de grote IK BEN. 

Mijn oog rust op jou.

Laat je niet meenemen in de leugens van deze wereld. Jij hoeft niet de strijd aan te gaan om te vechten voor de beste plek. Ik heb jou al de beste plek gegeven. 

Jij hoeft er niet zelf voor te zorgen om te krijgen dat waar je recht op hebt. Alles wat van Mij is, is van jou. Daar heb jij recht op. Dat heb je al.

Ik zal voor jou herstellen wat de vijand kapot heeft gemaakt.

Ik zal teruggeven wat de vijand van jou heeft afgepakt. 

Elk wapentuig dat de vijand tegen jou probeert op te richten zal geen enkel resultaat hebben. 

Elke leugen die de vijand verzint zul je herkennen en weerleggen. 

Dit zal je kunnen doen omdat jij Mijn kind, Mijn erfgenaam bent. Mij Geest is in jou en Hij is het bewijs dat jij bij Mij hoort. 

Ik heb jou niet als slachtoffer gemaakt. Ik heb jou geschapen als overwinnaar. Jij bent gemaakt voor deze tijd. Jij past precies hier en nu in Mijn plan. 

Heb geloof in Mij, Ik heb geloof in jou.

Jij bent Mijn geliefde kind in wie Ik vreugde vind. 

God, jouw hemelse Vader

68. Kom uit de rotsspleet, stap in het licht.

Afgelopen tijd heeft God mij meerdere keren en op verschillende manieren bij deze titel bepaald. Vandaag ervaar ik heel sterk dat ik deze boodschap, deze oproep van God via mijn blog mag delen. Ik heb geen idee wie dit wanneer leest. Ik vertrouw gewoon maar op Gods manier van werken en weet zeker dát er mensen zullen zijn voor wie deze blog een bevestiging zal zijn. 

Eind oktober sprak God via het volgende beeld tot mij. Ik was in een grote donkere zaal en er was een soort podium. Ik zag verder niemand, maar ineens kwam er een licht vanuit de lucht en op het podium verscheen een lichtbundel. Zo ontstonden er meerdere lichtbundels die van boven naar beneden schenen. Nog steeds zag ik verder niemand. En ik vroeg God, wat moet dit voorstellen? Terwijl ik dit vroeg zag ik iemand uit het donker in zo’n lichtbundel stappen. Ik kan niet omschrijven hoe die iemand eruitzag, het was gewoon een menselijke gedaante. En zo kwamen er steeds meer mensen tevoorschijn, uit het duister die in de lichtbundels hun plek innamen. 

Ik hoorde God zeggen; ‘Ga in Mijn licht staan, wees niet langer bescheiden, jij bent kind van het Licht. Ik heb jou uit de duisternis in het Licht gezet. Pak die plek en spreek. Mijn stem, het is Mijn stem die jij hebt gekregen.’

Met dit beeld en met deze woorden heb ik al verschillende mensen mogen bemoedigen. Ik heb ze mogen bevestigen in hun positie en met wat ze aan het doen waren voor Gods koninkrijk. Wat een zegen en eer om zo Gods hart te mogen delen met anderen. 

Enkele weken geleden leek God specifieker te spreken over een bepaalde doelgroep. Hij had het over hen die zich in de rotsspleten verschuilen. Het woord rotsspleten kwam via verschillende mensen en profetische woorden naar voren. Wat mij bevestigde in wat ik dacht te horen. Het is niet een heel logisch woord om bij bepaald te worden. Ondanks mijn donkere huidje voel ik mij toch gewoon een oerhollandse ‘meid’. Rotsspleten ken ik eigenlijk niet. Zeker niet als plek om me in te verschuilen. Toch ervoer ik dat God letterlijk tegen mij zei; ‘Kom uit de rotsspleten, stap in hét licht’. Ik weet ook zeker dat Hij dit niet alleen tegen mij zegt, maar meer mensen hier persoonlijk toe aanmoedigt. Vandaar dat ik het deel op deze manier.

Die rotsspleten heb ik eens in de bijbel opgezocht. Ik kon me vaag herinneren dat God ergens zoiets zegt. Ik vermoedde dat het zou gaan om Zijn volk. Maar ik ontdekte iets mooiers. God spreekt hierover tegen Zijn bruid, tegen mij én tegen jou. 

Ik lees hierover in Hooglied 2: 14: Duifje van Me, kom uit de rotsspleet. Kom uit je schuilplaats in de rots! Laat me je zien, laat mij je stem horen. Want jouw stem klinkt mij als muziek in de oren. En je bent zo mooi! (Basisbijbel).

Dit hele bijbelboek is ten diepste een liefdesverhaal over de Bruidegom en Zijn bruid. Het is gesprek tussen God en hen die Hem volgen en dienen. Ik geloof dat sommige onder ons een bepaalde roeping van God hebben ervaren, maar zich de afgelopen tijd hebben verscholen in een rotsspleet. Misschien jaagt dat wat God van je vraagt je angst aan. Misschien voel jij je niet bekwaam genoeg, ben je bang voor reacties uit je omgeving. Of misschien heb je er gewoon geen zin in. Wat je reden ook mag zijn, ik geloof dat deze blog speciaal voor jou is. 

Niet omdat God je terecht wijst, omdat Hij teleurgesteld of misschien zelfs boos is. Integendeel. Lees maar hoe liefdevol God klinkt in het hele boek Hooglied. God is als een verliefde Bruidegom. Hij kijkt naar ons uit, vol vreugde en verlangen. Hij verlangt ernaar om onze stem te horen, om ons te zien. Dát is de reden waarom Hij jou en mij uitnodigt om uit de rotsspleten te stappen en onze plek in zo’n lichtbundel in te nemen. Hij houdt van Zijn creaties en ziet ons graag. Hij heeft ons gemaakt om van ons te genieten. Én Hij wil dat de wereld meegeniet. Wij hebben Zijn adem, wij hebben Zijn stem en wij hebben Zijn karakter ontvangen. Zodat de wereld God door ons heen zal zien. Wij mogen optreden namens Hem. 

Ik geloof dat iedereen op zijn of haar eigen wijze en ieder op zijn of haar eigen plek Gods licht laat zien. Juist jij, die zich schuil houdt. Ervaar en ontvang het geloof dat God in jou heeft. Als God Zelf jou uitnodigt om iets te doen wat jij misschien eigenlijk niet ziet zitten. Juist dan mag je weten dat God dit woord tegen jou spreekt. Juist door jouw onzekerheid heen, kan Hij Zijn zekerheid laten zien. Juist dan zal Hij alle eer kunnen ontvangen. God gelooft in jou en mij. Hij heeft er alle vertrouwen in dat wij juist datgene kunnen doen waar Hij ons toe roept. 

Ik moedig je aan om Hooglied 2, vanaf vers 10 eens goed door te lezen. En dan te lezen alsof God het tegen jou persoonlijk zegt? Besef dat jij Gods bruid bent. Laat Zijn stem jou tevoorschijn roepen. Verschuil je niet langer want de wereld heeft ook jouw licht nodig. 

Kom uit de rotsspleet, stap in het licht.

67. De bruid

Regelmatig heb ik het nodig om van God te horen hoe Hij naar mij kijkt, hoe Hij mij ziet en wat Hij over mij denkt. Regelmatig begin ik daarom mijn stille tijd met de vraag: Lieve Vader, hoe ziet U mij?

Inmiddels meer dan een jaar geleden kreeg ik op die vraag als antwoord: ‘jij bent Mijn bruid, heilig, rein en puur’. En op dat moment zag ik mijzelf in een witte jurk dansend door een veld vol bloemen. Allemaal vrolijke kleuren en ik in het wit. Daarna heeft God me regelmatig aan dat beeld herinnerd en de laatste paar weken komt dit beeld opnieuw regelmatig terug. In gesprekken, in visioenen en in liederen. Alsof God me ergens van wil overtuigen. Ik denk dat dit ook zo is. 

Toen ik jaren geleden met mijn lief trouwde had ik geen witte trouwjurk aan. Dat was een praktische beslissing, maar ik zag ook op tegen het hele witte. Ik voelde me verre van rein en puur in die periode, ten diepste was ik nog veel te veel beschadigd van alles wat ik in het verleden had meegemaakt. Daarnaast was ik ontzettend bang dat ik binnen het half uur een mega vlek op mijn witte jurk zou maken, wat zou betekenen dat ik die hele dag niks zou gaan eten ter voorkoming van die eventuele ramp. Ook vond ik het echt zonde van mijn geld. Geld wat ik op zich wel had, maar waarom veel geld uitgeven aan iets wat vervolgens jaren in de kast zou gaan hangen?

Nu, jaren later besef ik dat het ook allemaal te maken heeft gehad met het gevoel dat ik niet te veel moest opvallen. Het mocht niet om mij gaan, ik mocht niet te veel aandacht vragen of aandacht krijgen. Nog steeds merk ik dat deze gedachte regelmatig, in een veel mildere vorm, in me opkomt. En ik merk dat ik me hierdoor makkelijk laat tegenhouden om te doen wat ik in het Koninkrijk mag doen. 

Het beeld van een bruid is eigenlijk alles wat ik lange tijd niet heb gevoeld of beter gezegd niet heb durven voelen. Alsof ik, als weggelegd en afgewezen babytje, geen rechten meer had om op enig ander moment in de schijnwerpers te mogen staan. Alsof de start van je leven bepalend is voor hoe je verder door het leven mag gaan en hoe je op latere leeftijd als volwassene in het leven mag staan. Alsof gebeurtenissen en omstandigheden bepalen wie ik ben. Het heeft allemaal zeker invloed op mijn ontwikkeling gehad en op hoe ik nu in het leven sta. Maar het is een leugen dat het mijn identiteit bepaalt. 

Als ik nu zou gaan trouwen, zou ik (misschien) wel een witte jurk aandoen. Al was het alleen al omdat God me zo ziet. Maar ook omdat ik geloof dat ik niet langer als besmeurd en afgedankt door het leven hoef te gaan. 

Ik hoef niet langer om me heen of naar beneden te kijken in de hoop dat ik niet op zal vallen. God nodigt me uit om juist omhoog te kijken. Om alles van Hem te verwachten en te ontdekken dat hoe Hij mij ziet het allerbelangrijkste is. Wat Hij over mij zegt en hoe Hij mij ziet dat bepaalt mijn identiteit. Ik weet dat ik dit vaker zeg, maar ik zie het tegenovergestelde zo vaak om mij heen. Ook bij mede-gelovigen. Het calvinistisch gedachtegoed van ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ en de min of meer valse bescheidenheid helpt deze wereld niet. 

Het is niet dat ik nu denk dat ik vanuit arrogantie mezelf meer in de spotlight moet gaan zetten. Als je me een beetje kent, dan weet je dat ik niet zo ben. Maar ik geloof wel dat ik, en met mij zoveel meer christenen, met meer zelfverzekerdheid mogen gaan staan op de plekken waar God ons positioneert. Ik ben Gods bruid, heilig, rein en puur. Vanuit die identiteit mag ik Zijn waarheid verkondigen. In mijn gezin, op het werk, op school, in de buurt en op elke andere plek waar God mij geplaatst heeft.

De eerste keer dat ik het beeld als zijnde Gods bruid kreeg, heb ik echt moeten wennen aan deze gedachte. Ik heb het me als het ware eigen moeten maken, door Gods woord hierover te lezen. God heeft me hier ook meerdere malen in bevestigd, voordat ik dit echt van harte kon pakken. Het heeft best een tijdje geduurd voordat ik mezelf kon zien zoals Hij me ziet.

Laatst sprak God hier weer over. Hij zei opnieuw dat ik Zijn bruid ben, ik ben heilig, rein en puur. Maar Hij zei ook dat ik de kerk ben. Samen met mijn broers en zussen ben ik de kerk van Christus. De kerk is Zijn bruid. God nodigt mij uit om op te staan, om namens Hem in de wereld te zijn. Hij zet mij in het licht, Zijn licht. Maar durf ik dat? Durf ik de plek, de positie te pakken die Hij mij gegeven heeft? Durf ik echt bevrijding en genezing te brengen namens Hem. Ben ik er klaar voor om Zijn kerk te zijn, om Zijn handen en Zijn voeten te zijn. Durf ik namens Hem te spreken en geloof ik dat ik Zijn woord en waarheid kan spreken? 

Eerlijk gezegd voel ik me daar nog lang niet klaar voor. Ik ben nog hard bezig om me te voelen als de bruid waar Jezus het over heeft. Ik heb nog steeds vernieuwing van denken nodig om in de beelden die God me gegeven heeft te kunnen wandelen. Ik ben nog vaak zat op zoek naar hoe mijn nieuwe kleding comfortabel zit. Ik weet dat het me perfect past, maar zo voelt het nog lang niet altijd. 

Toch zegt God me keer op keer ‘Kijk omhoog, zoek Mijn aangezicht en zoek anderen die Mijn aangezicht zoeken. Dien anderen dan dien je Mij. Wees in Mijn woord; Ík zal je toerusten. Jij bént al Mijn bruid, trek het kleed van de gerechtigheid aan en doe Mijn mantel om’.

Vorig jaar rond deze tijd ontving ik een beeld waarbij ik in een witte jurk de oorlog introk, ik was op een slagveld. Ik verzorgde de gewonden, ik bemoedigde, troostte, ik plakte pleisters op kapotte knieën van kleine kinderen en ik stopte de bloedingen van grotere wonden. Ik deed van alles terwijl de grond onder mij één grote bloederige modderpoel was. Hierdoor raakte mijn witte jurk natuurlijk besmeurd. En ik merkte dat ik moe werd, ik was zo hard aan het werk. Toen ik mij tegenover God beklaagde dat ik zo moe was en dat mijn witte jurk zo vies was geworden, opende God mijn ogen. Hij zei ‘kijk eens om je heen.’  Ik keek en zag andere mensen in witte besmeurde kleding. Ook zij liepen over het slagveld en zorgden voor de gewonden. Ook zij deden wat ik deed. Maar zij deden nog meer. Ik zag hen telkens naar de kant van het slagveld lopen. Toen ik daarheen liep zag ik een rivier. Mensen met besmeurde witte kleding stapten de rivier in en kwamen even later weer met schone witte kleding eruit. 

God sprak en zei; ‘laat Mij je bron zijn, vertrouw Mij, Ik ben jouw kracht en jouw sterkte. Laat Mij je elke keer opnieuw verfrissen en van nieuwe energie voorzien. Ga, vanuit Mij. Wees Mijn handen, wees Mijn stem. Dit kan je doen want jij bent in Mij en Ik ben in jou. Altijd’.

Ik geloof dat wij, als bruid van Jezus de wereld in mogen trekken om Gods eigen heling, Zijn liefde en kracht uit te delen aan ieder die dit nodig heeft. Dit kunnen we, omdat God ons zo bedoeld heeft. In mijn eentje en op eigen kracht gaat me dat niet lukken. Maar vanuit God en samen met Zijn kinderen kunnen we als een leger optreden. Ieder heeft hierin een eigen taak, een eigen door God gegeven positie. Maar voor ons allen geldt dat we Gods liefde en licht mogen verspreiden in deze wereld. 

Laten we samen in Zijn licht staan en zo samen, zij aan zij een leger vormen dat bouwt aan Gods koninkrijk. 

66. Open je ogen

Eerder deze week hadden we een gesprek met één van onze jongvolwassen kinderen. Hij had die dag gewerkt in Groningen en zag op een gegeven moment een straat met allemaal roze huizen. Dat wilde hij wel van dichterbij zien en samen met zijn collega liep hij daar doorheen, waardoor hij ontdekte dat zij door een straat liep waar prostitutie aangeboden werd. Hier was hij nog nooit echt mee in aanraking geweest en het heeft hem echt geraakt. ‘In een film of game zie je er weleens wat van, maar dit was echt’. Dit zijn echte mensen. Hoe komen ze hiertoe, willen ze dit echt? Wat gaat er in het hoofd om als je achter zo’n raam zit? 

Ik zal eerlijk zeggen dat dit prachtige kind van mij van nature wat naïef is. Veel dingen van de wereld krijgt hij niet mee. Daar heb ik als ouder ook zeker aan meegewerkt door mijn kinderen zo lang mogelijk te beschermen tegen het kwaad. Tegelijk is hij naast naïef ook erg bewogen en gevoelig. Drie prachtige eigenschappen, maar op dit soort momenten ook best lastig. We hebben doorgepraat over hoe je soms in situaties kan komen zonder er bewust voor te kiezen. We hebben het gehad over het onrecht en duister dat juist op deze plekken zo veelvuldig plaatsvindt. We hebben het ook gehad over hoeveel onrecht er ook plaatsvindt op plekken waar we het niet (willen) verwachten, bijvoorbeeld in christelijke gezinnen. We hadden echt een mooi en eerlijk gesprek. 

Ik ken mijn kind, dus ik weet natuurlijk hoe gevoelig hij is. Maar het raakte me deze keer enorm hoe diep hij over dingen na kan denken. Ik was ook echt blij te merken dat hij die bewogenheid ervoer. Er was geen afgestomptheid die wij als ervaren volwassenen al zo makkelijk hebben. Zelf bleef ik hierover nadenken. Afgezien van nagenieten van een mooi gesprek met mijn kind, was ik ook zelf opnieuw geraakt door al het leed en duister van deze wereld. 

In de maand oktober lijkt het altijd alsof de duisternis hoogtij viert. Veel etalages zijn versiert met dingen van Halloween. Doodskoppen, dreigende spinnen en zwart kom je deze maand bijna overal wel tegen. En ik weet dat veel mensen het wegzetten als tamelijk onschuldig. Maar er is echt niks onschuldigs aan. Het is duivelse duisternis met als hoogtepunt natuurlijk 31 oktober, het einde van de maand. Er zijn cijfers bekend dat in de maand oktober de meeste zelfmoorden van het jaar plaatsvinden. Er is meer geweld en mensen zijn somberder, negatiever en minder gelukkig. 

Het is niet dat ik je bang wil maken, wij als christenen mogen ons beschermd weten tegen het duister. Maar ik denk dat onze ogen meer open mogen gaan voor deze werkelijkheid. Ik denk dat we als christenen moeten beseffen dat het vieren van de oktobermaand op deze manier niet is zoals God het heeft bedoeld. Men heeft mij weleens verweten dat ik mijn kinderen te veel bescherming heb geboden tijdens hun opvoeding. Maar ik heb er vrij bewust voor gekozen om hen bepaalde dingen van de wereld pas te laten zien wanneer ik dacht dat ze daar geestelijk rijp voor zouden zijn. Ik ben blij dat mijn kinderen niet opgegroeid zijn met de gedachte dat prostitutie nou eenmaal iets is van de wereld en het daardoor gewoon zijn gaan vinden. Misschien had ik mijn kinderen meer en beter op sommige dingen kunnen voorbereiden, tegelijk ben ik nu dankbaar voor het mooie gesprek wat we hierdoor hadden. 

Soms denk ik weleens dat wij christenen te veel en te makkelijk denken ‘tja, zo gaat het nu eenmaal in deze wereld’. We lijken afgestompt te zijn voor het onrecht, waardoor we het onrecht eigenlijk niet meer zien omdat het al zo gewoon is. Ik zeg ‘we’ omdat ook ik daar last van heb. Ook ik vind het makkelijker om weg te kijken. Of te denken, ach wat maakt het uit wat ik doe, het onrecht gaat wel door. Toch durf ik met zekerheid te beweren dat het wél uitmaakt wat jij en ik doen. We kunnen namelijk wel degelijk wat doen. 

Allereerst open je ogen. Kijk niet langer weg, accepteer niet zomaar alles wat je ziet. 

Bid. Bid dat Gods licht op de duistere plekken gaat schijnen. Bid dat de duisternis zal oplichten door het liefdevolle licht van Jezus. Als God je een organisatie of een bepaalde doelgroep op je hart legt, bid hiervoor. Onderschat nooit de kracht van jouw gebed, want het gebed van een rechtvaardige vermag veel. 

Deel liefde en compassie uit. Misschien, wanneer we onze ogen hebben geopend, komen we in contact met mensen die slachtoffer zijn van onrecht. Zie hen dan echt en kijk hen aan met respect en zonder oordeel. We weten niet wat er achter iemands gedrag zit. Maar wat ik wel heb geleerd is dat er altijd redenen zijn én dat de meeste redenen te maken hebben met onrecht of beschadiging die men zelf heeft moeten ondergaan. Ook op deze manier kunnen wij ervoor zorgen dat het licht overwint. Wij zijn, doordat Jezus in ons woont, licht van de wereld. Laat ons, door liefde te delen en recht te doen, dat licht fel schijnen op duistere plekken. Daar waar duisternis overheerst kunnen wij, soms maar een glimpje, van licht en hoop laten zien. Hoe klein ook, weet dat het ertoe doet! 

Want, het licht overwint, altijd!

65. DNA kit (4)

Vorige week kreeg ik de uitslag van mijn DNA-onderzoek. Dat was verrassend en tegelijk een grote opluchting.

Er is geen directe match gevonden. Geen biologische ouders in Indonesië of biologische broers of zussen die ook geadopteerd zijn en in Nederland terecht zijn gekomen. Achteraf durf ik te bekennen dat ik over die broers of zussen nog best wat bezorgd was. De dichtstbijzijnde match is een zoon van een achterneef in de derde graad. We delen slechts 0,9% DNA. Hij woont in Indonesië. Al met al een grote opluchting, want ik hoef nu dus geen nieuwe familieleden te ontmoeten. 

Dé grote verrassing is dat ik, in tegenstelling tot wat mijn adoptiepapieren me vertellen, geen half-bloed ben. Ik heb zelfs geen enkel Nederlands bloed in mij. 

Mijn geschatte etniciteit is op basis van mijn DNA toch voor het grootste gedeelte Aziatisch. Mijn hele leven heb ik gedacht half Nederlands, half Indonesisch te zijn. Ergens maakt het natuurlijk weinig uit. De moeilijkheid voor mij zit hem in dat mijn adoptiepapieren dus echt niet betrouwbaar zijn. De grote vraag komt dan bij mij omhoog, als dit niet waar is, wat is er dan waar van alle andere gegevens? Moet ik dat gaan uitzoeken? Was ik wel bont en blauw toen ik gevonden werd? Ben ik überhaupt wel jarig op de dag dat ik het nu vier. Ik merkte dat ik, door me te richten op al dit soort vragen, me ergens toch onzeker en verdrietig begon te voelen. 

Tot God Zelf me herinnerde aan wie ik ten diepste ben; Zijn innig geliefde dochter. Uitgekozen en bedacht al voor de grondlegging van deze wereld. Het maakt ten diepste niks uit voor mijn identiteit of mijn biologische vader Nederlands was. Ook maakt het voor mijn identiteit niks uit dat mijn DNA zegt dat ik vooral Aziatisch bloed heb. 

Overigens schijnt er ook een heel klein beetje Schots DNA in mijn lichaam te zitten. Wat in ons gezin de nodige hilariteit opleverde door ons voor te stellen dat iedereen in een kilt zou gaan rondlopen!

Het was bijzonder om weer te ontdekken hoe snel en makkelijk ik me weer richtte op de dingen die ik om me heen zie en merk. In dit specifieke geval op de testuitslagen en wat ik eerder had gelezen in de adoptiepapieren. Ook ik kan in de verleiding komen om mijn situatie te laten bepalen door hoe ik mezelf zie of wie ik denk te zijn. 

Feit is, dat ongeacht mijn bloed, mijn huidskleur en wat ik allemaal al meegemaakt heb, dit niet mijn identiteit bepaalt. 

Ik focus me op boven, voor mij altijd de beste focus. Ik richt me op mijn hemelse Vader en vraag Hem opnieuw hoe Hij naar mij kijkt. Voor mij is dat het belangrijkste en daarmee laat ik Hem mijn identiteit bepalen. Hij kijkt mij aan en zegt liefdevol: ‘Jij bent Mijn innig geliefde dochter van wie Ik zielsveel hou. Jij bent heilig, rein en volmaakt in Mij.’